maandag 12 december 2016

Voorkom taalkundige verwaarlozing bij dove/slechthorende kinderen


Deze maand is er een nieuw onderzoek in Amerika uitgekomen rondom doofheid en taal van Humphries et al. Graag willen we dit met jullie delen. 

Professionals hebben de plicht om ouders zo goed en volledig mogelijk te informeren over de zorg en begeleiding van dove/slechthorende kinderen. Uiteindelijk zijn wij als ouders altijd eindverantwoordelijk. We kunnen niet wijzen naar professionals bij onze beslissingen, omdat onze kinderen onze eigen verantwoording zijn. Wel kunnen we alle mogelijke informatie opvragen en opeisen van professionals zodat wij tot weloverwogen keuzes kunnen komen. Daarnaast moeten professionals ook hun kennis “updaten” met recente onderzoeksuitkomsten en good practices zodat de informatie die zij verstrekken aan ons, als ouders, passen bij deze tijd. De informatie mag bijvoorbeeld niet verouderd zijn. Of dat het “gekleurd” is bijvoorbeeld door verouderde denkbeelden en praktijken.

Taalontwikkeling is het fundament voor allerlei andere ontwikkelingen van een jong kind. Als dat fundament er niet is kan de rest van de ontwikkeling ook gevaar lopen. In dat kader is het belangrijk om te weten dat er een tijdslimiet geldt. Je kunt niet na enkele jaren denken;”we komen terug op ons besluit rondom taalontwikkeling. We gaan vanaf nu een andere weg bewandelen.” Alles kost tijd. Een keuze maken kost tijd. Dat toepassen kost tijd. Veranderen van keuze kost ook tijd. Alleen; tijd is kostbaar. En tijd gaat ongelofelijk snel……

Maar wat als je moet kiezen? Hoe weet je wat goed werkt bij jouw kind? Vanuit onderzoeken, maar ook ervaringen van ouders met oudere dove/slechthorende kinderen, zien we: het is veilig om altijd vanaf het begin te kiezen voor zowel een gesproken taal als een gebarentaal .Met gebarentaal wordt overigens NGT bedoeld en niet NmG. NmG is gebaren bij hoofdtaal Nederlands dus dan is er nog altijd sprake van 1 taal. En niet van 2 talen. 

Waarom zou je juist voor beide talen moeten kiezen? Omdat een kind op hele jonge leeftijd prima 2 of meerdere talen kan verwerven. Doofheid/slechthorendheid belemmert dat niet. Het brein van alle kinderen (ook die van dove/slechthorende kinderen) is daar helemaal op ingesteld. Later kan het kind zelf de keuze maken wat het best werkt voor hem of haar. Je hebt dan als ouder in ieder geval alle mogelijkheden, beide/meerdere talen aangeboden. Jouw kind pakt zelf op wat goed lukt bij hem/haar. En jij hoeft als ouder geen keuze te “missen” of te heroverwegen. 

Abstract (engelstalig):
"Deaf children who are not provided with a sign language early in their
development are at risk of linguistic deprivation; they may never be fluent in any
language, and they may have deficits in cognitive activities that rely on a firm foundation
in a first language. These children are socially and emotionally isolated. Deafness
makes a child vulnerable to abuse, and linguistic deprivation compounds the
abuse because the child is less able to report it. Parents rely on professionals as
guides in making responsible choices in raising and educating their deaf children.
But lack of expertise on language acquisition and overreliance on access to speech
often result in professionals not recommending that the child be taught a sign language
or, worse, that the child be denied sign language. We recommend action that
those in the social welfare services can implement immediately to help protect the
health of deaf children."

Nederlandse vertaling:
"Dove kinderen die geen gebarentaal krijgen aangeboden vroeg in hun ontwikkeling lopen kans op taaldeprivatie (taalverwaarlozing; te weinig taal aangeboden krijgen waardoor de taalontwikkeling stagneert of stopzet);zij kunnen misschien in geen elke taal vloeiend worden, en ze kunnen tekorten ontwikkelen qua cognitieve vaardigheden, omdat die afhankelijk zijn van een stevig fundament in de eerste taal. Deze kinderen raken sociaal en emotioneel geïsoleerd. Doofheid maakt een kind kwetsbaar voor misbruik, en taal deprivatie versterkt het misbruik omdat het kind niet in staat is om het misbruik te melden. Ouders vertrouwen op professionals als gids bij het maken van verantwoorde beslissingen in het opvoeden en onderwijzen van hun dove/slechthorende kinderen. Echter; gebrek aan expertise op gebied van taalverwerving en een te grote nadruk op spraak als toegang tot taalontwikkeling, zorgen ervoor dat professionals niet aanbevelen dat een kind gebarentaal wordt aangeleerd of nog erger: dat het verboden wordt dat een kind gebarentaal gebruikt. Wij adviseren betrokkenen werkzaam in diensten met betrekking tot sociale welbevinden/gezondheidszorg om acties te ondernemen die direct kunnen worden geimplementeerd om zo de gezondheid en welbevinden van het dove kind te kunnen beschermen.”

Klik hieronder om het hele artikel te lezen. Mocht dit niet lukken, kan je ons mailen en sturen we het artikel toe!



donderdag 1 december 2016

Verslag vervolg bijeenkomst samenwerkingsproject cluster 2 instellingen, ouders.

Opzet website over de ambulante dienst cluster 2/ begeleiding binnen het passend onderwijs.

Voor oorsprong en andere verslagen zie onze eerdere blogs.
Bijeenkomst 8 januari 2016
Bijeenkomst 13 april 2016

Locatie; Utrecht landelijk bureau Simea/ bureau Audcom, 25 november 2016

Aanwezig:
Johan Lantinga, Simea, sr beleidscoordinator
Leon Hazen, Vitus- Zuid, directeur externe dienst, namens Simea team ambulante Diestverlening
Mariën Hannink, Fodok beleidsmedewerker
Minnekus de Groot, Auris, adviseur/ coordinator PR& Communicatie, namens Simea werkgroep communcatie
Paul Goosens, Vitus Zuid, alg Directeur mgr.Hanssen, namens Simea team afstemming Passend onderwijs
Tine Bruijne, Auris, team leider Auris dienstverlening Leiden, namens Simea team Ambulante dienstverlening
Tinie van Aalsum, Kentalis, regiodirecteur Onedrwijs West
Jacqueline van den Heiligenberg, Ouder
Arjenne Fakkel, Ouder

(afwezig Helga Duifhuis ouder, Annet de Klerk Kentalis, Afdelingsdirecteur Kentalis Talent/senior beleidsmedewerker KentalisOnderwijs, i.v.m. de samenhang met Siméa kwaliteitsindicatoren & Arend Verschoor St. Hoormij/FOSS, beleidsmedewerker)

Het is bijzonder fijn dat (bijna) alle cluster 2 instellingen vertegenwoordigd zijn, Auris, kentalis en Vitus Zuid.
Simea zit vertegenwoordigd door verschillende personen ook aan tafel en vertegenwoordigd ook Viertaal. Simea begeleidt het proces o.a. in de vorm van de voorzitter tijdens dit overleg. Fodok en Hoormij zijn er en 2 ouders van dove kinderen (Oudergroep van dove kinderen).
Afgesproken wordt dat voor de komende bijeenkomst een TOS ouder en wellicht een SH ouder gevraagd zal worden. Moet viertaal ook uitgenodigd worden?

De doelstelling wordt nogmaals doorgesproken, nu met alle nieuw aangeschoven mensen uit het veld en geconstateerd wordt na enige tijd dat de neuzen dezelfde kant op staan. Er is een informatie gat, die is groot en er is haast geboden om een goede informerende laagdrempelige website te maken, die ouders, leerlingen, reguliere scholen, ambulante diensten, en andere geinteresserde zal informeren over begeleidingsmogelijkheden en relevante cluster 2 zaken, en die makkelijk te vinden is. Landelijk zal afstemming moeten plaatsvinden tussen cluster 2 instellingen over visie en concreet beleid mbt passend onderwijs, medium en licht arrangement.

Voorstel voortgang; een 2 daagse bijeenkomst ( slaapzakken mee!), idee van Minnekus de Groot, om daadwerkelijk slagen te kunnen maken met alle betrokkenen. Cluster 2 vertegenwoordigers, Ambulante diensten, de gebruikers om feedback te kunnen leveren/ ouders van DSH en TOS leerlingen, ICT/ website ontwerpers om de praktische kant in de gaten te houden etc.

Tijd /plaats en concrete deelnemerslijst volgt wanneer bekend.

Vragen zijn altijd welkom en meedenken wordt geapprecieerd.

Wordt vervolgd!

Groet Arjenne Fakkel

vrijdag 18 november 2016

Kentalis aanmeldpunten voor gebarencursussen!

Gebarencursussen voor horende ouders van dove kinderen. Het blijft een verhaal. Deze cursussen zitten in het basispakket van de je zorgverzekering en moeten dus gewoon worden vergoed.(Wordt bevestigd door het Nederlands Zorginstituut.) De zorgaanbieders, in dit geval de instellingen en audiologische centra, moeten deze cursussen ter beschikking stellen. Waarom? Omdat zij een afspraak hebben gemaakt rondom de zorg van mensen en kinderen met een auditieve beperking.
In de inkoopgids van de Nederlands zorgverzekeraars staat het als volgt geformuleerd:

De zorgverleners zullen in het algemeen ook moeten beschikken over alternatieve communicatievormen zoals Nederlandse Gebarentaal of Nederlands met Gebaren.

Dit gaat soms goed, maar in veel gevallen helaas nog steeds niet. De basiscursussen NGT en NmG zijn vaak nog geen probleem. Maar als je verder wilt dan babygebaren wordt het toch een dingetje.

Als ouder ga je eerst bij je gezinsbegeleiding vragen of er nog mogelijkheden zijn. Standaard antwoord van hen:

"Nou jullie zijn de enige ouders die daarom vragen. Bij mijn weten wordt er vanuit onze organisatie ook niet meer aangeboden. Er is gewoon geen vraag naar."

Je moet dit dus in twijfel gaan trekken om verder te gaan zoeken. Gelukkig hebben we tegenwoordig bijvoorbeeld social media om te ontdekken dat je niet de enige bent die tegen een muur aan loopt. Heel handig!

Na drie jaar diplomatiek onderhandelen bij Kentalis Zoetermeer volg ik nu de gebarencursus OM7. Maar het is heel pijnlijk als ik hoor dat een moeder uit Den Haag toch weer van de gezinsbegeleiding Zoetermeer West krijgt te horen dat er geen vervolgcursussen zijn en dat ze echt de enige is die erom vraagt. Het komt allemaal van hetzelfde kantoor nota bene.
Via Simea/SIAC heb ik nu de telefoonnummers en email adressen gekregen van de landelijke aanmeldpunten van Kentalis. Dit zijn de officiële aanmeldpunten om voor gebarencursussen in aanmerking te komen. Bij aanmelding krijg je als ouder een aanmeldpakket(?) wat je moet invullen en de volgende documenten moeten worden toegevoegd:

  1. Een verwijzing van de huisarts
  2. Een geldig Paspoort of ID-kaart, is wettelijk verplicht voor toegang tot Zorg
  3. Een recent audiogram / audiologisch verslag van het gehoorverlies voor de Doelgroep bepaling doof/ SH

Een toevoeging bij punt 3. Je hoeft dus niet een heel nieuw audiogram te laten maken. In de inkoopgids van de Nederlands zorgverzekeraars staat het als volgt geformuleerd:

verzekerden bij wie de ZG-stoornis al is vastgesteld door een medisch specialist of KFA, die geen wijziging in hun ZG-stoornis hebben en bij wie een (nieuwe) ZG-gerelateerde zorgvraag optreedt, kunnen volstaan met een verwijzing van hun huisarts of jeugdarts. Op basis daarvan kunnen zij hun extramurale ZG-behandeling vergoed krijgen.

Het audiogram is er een zonder apparatuur. Helaas wijzigt zich daar vaak niet zo veel meer in....

Dus verslagen van logopediste, IQ testen, cito uitslagen, noem het allemaal maar op...allemaal niet nodig voor een cursus gebarentaal als ouder. Niet voor de verzekeraar en ook niet voor de instelling, mochten ze daar wel om vragen.

Dus voor alle ouders die toch graag verder willen met gebarencursussen bijvoorbeeld OM 4 t/m 7 en voor zorg vallen onder Kentalis meld je aan bij het aanmeldpunt in je regio:

Amsterdam 020-6171814 aanmeldingamsterdam@kentalis.nl
Utrecht 030-2753333 aanmeldingutrecht@kentalis.nl
Den Haag 070-3848300 aanmeldingdenhaag@kentalis.nl
Sint Michielsgestel 073-5588921 aanmelding@kentalis.nl
Eindhoven 040-2646166 aanmeldingeindhove@kentalis.nl
Groningen 050-5331931 aanmeldinggroningen@kentalis.nl

Of dit gaat werken weten we helaas niet. Maar gewoon doen en erop af gaan!
De aanmelding wordt na goedkeuring doorgestuurd naar Kentalis Academie om de cursus aan te leveren. Voor bijvoorbeeld de OM 4 t/m 7 zijn ze aangewezen op derden omdat zelf nooit verder gegaan zijn met het ontwikkelen van gebarentaalcursussen voor ouders.

Vorige week hebben wij een brief gestuurd naar de Nederlandse Zorgautoriteit over dit onderwerp. Wij hebben gevraagd of gebarencursussen niet op een eenvoudiger manier aan ouders kunnen worden aangeboden. Door de enorme bureaucratie, miscommunicatie enz duurt het gewoon te lang voordat ouders verder kunnen met het aanleren van gebarentaal. Eigenlijk heb je helemaal geen tijd om 3 jaar diplomatiek te onderhandelen, want je moet door!!!!

Vandaag gaat er een mail naar Auris of ook zij een aanmeldpunten bekend kunnen maken zodat ouders die via Auris zorg krijgen ook verder kunnen.

Als je alsnog problemen ondervindt met aanmelden of in het verleden het al hebt geprobeerd maar nog op antwoord zit te wachten: laat het ons weten. Dan kunnen we het terugkoppelen! We verzamelen alle vertragingen, klachten, hindernissen. Je kunt ons mailen op: oudergroepvandovekinderen@gmail.com

donderdag 17 november 2016

Opening website www.DOOFGEWOON.nl


Afgelopen zaterdag 12 november was het dan eindelijk zover, de feestelijke opening van de website “ Doofgewoon”
Er is lang aan gewerkt en af is hij nog niet. Dat is ook ( nog) niet de bedoeling want het zal een levende site worden, waar filmpjes en dergelijke op zullen blijven bijkomen. 
Denkt u een goede bijdrage te kunnen leveren, neem dan contact op met onderstaand adres. Input is zeer welkom!

Doel van de website is het breed en eerlijk informeren van (jonge) ouders  en iedereen die op zoek is naar tweetalig opvoeden/ opgroeien en leven met de Nederlandse Gebarentaal.
Dat dit kan en prachtig is en kan zijn is voor ons evident, ook het samengaan met de gesprokentaal en het CI, maar helaas voormenigeen nog niet duidelijk genoeg.
De veelal eenzijdige informatie die gegeven wordt vanuit de Audiologische centra, de gezinsbegeleiding, de CI teams, de medische wereld, de onbekendheid van doofheid, en de slechte toegankelijkheid voor ouders van gebarentaalcursussen of het ontbreken hiervan, zijn  hiervan o.a. de oorzaak.
En de direct de aanleiding voor het maken van de website.

Het was een mooie middag, de kinderen hadden onder leiding van Said en Merel een gezellige middag, de ouderen luisterden o.a. naar;

Een woord van welkom door Onno Crasborn, die vertelde dat de lay-out van de site geinspireerd is op een site waarin zijn opa, oud mijnwerker, zijn verhaal verteld. Johan Ros vertelde over zijn motivatie te starten met de maak van deze website, nl de geboorte van zijn zonen.
Martine Wattel, ook te zien in de website, samen met haar zus,  sprak o.a. over het belang en de rijkdom van de verschillende verhalen in de site.
Anja Hiddinga sprak over haar zonen, het belang van een toegankelijke taal en de internationale ( doven) wereld waarin ze zich begeven. En over dovencultuur, en haar vakgebied de antropologie. 
Er was een onderzoekster, Jacomine Nortier, die tweetalig/ meertaligheid bestudeerd. Een van de belangrijke punten die zij noemde is het enorme belang van het aanbieden van taal, heel veel taal. Door het aanbieden van taal, je moedertaal bv, ook als dat geen Nederlands is, dan is dat even prima leer je dingen te benoemen, begrippen leer je kennen en hierna ben je instaat om abstract en figuurlijktaalgebruik te begrijpen en toe te passen. Dit is het ontdekken van de wereld en het meedoen en begrijpen ervan. Het belang van een taal waarin je wil wonen, die comfortabel en prettig voelt. 
Ouders van de website kwamen aan het woord en gezamenlijk brainstormden we over mogelijkheden doven en horende meer contact te laten hebben. We hebben elkaar nodig, het belang is duidelijk, maar hoe komen horende ouders op een fijne manier in contact met dove mensen en hoe de website te krijgen naar die plekken waar zij nodig is en wat mist er op de website.
Later hierover meer via Onno Crasborn, die een en ander nog zal samenvatten en oppakken. Ook aanwezig waren de Fodok, Dovenschap en de NDJ.

Het was een optimistische en positieve middag, er heerste een sfeer van vooruitkijken en de mouwen opstropen. Veel werk aan de winkel, maar samen kunnen we dat.

Doofegwoon probeert ouders van dove kinderen te informeren over wat er nog meer is in het leven van dove kinderen en dove volwassenen dan alleen de gehoorbeperking. De site geeft informatie over dovencultuur, meertaligheid en gebarentaal, en laat ouders en doven zelf aan het woord. Doof zijn blijkt heel gewoon. 

Heb je vragen stel ze gerust.
Contact en info Onno Crasborn:  o.crasborn@let.ru.nl



zaterdag 5 november 2016

Stille Gym een ontdekkingstocht naar andere manieren van communiceren

Vandaag, 4 november 2016,  Stille Gym meegemaakt bij mijn dochter op school. En ik wil jullie er heel graag over vertellen, want ik ben razend enthousiast!

Stille Gym duurt twee uur en bestaat uit twee onderdelen. Het eerste deel is een ontdekkingstocht in de klas naar andere manieren van communiceren, Non verbaal communiceren. Het tweede deel is een spel in de gymzaal waarin, zonder geluid, oplossingen voor allerlei problemen worden gevonden.

Ter introductie zal ik kort de situatie schetsen van de schooljaren van mijn dochter op de reguliere school wat betreft de ambulante begeleiding.

Mijn dochter is 10 jaar, doof en heeft een ci, tweetalig opgevoed, en zit sinds groep 3 helemaal op de reguliere school.
Ze heeft ambulante begeleiding vanuit Kentalis. De eerste jaren was dat het standaard pakket van logopedie en later uitgebreid met 2 x per week buiten de klas pre teaching, en nog later  ook 1x buiten de klas met 2 leerlingen een spel doen, gericht op de sociaal emotionele ontwikkeling.
Nadenkend wat een doof kind op een horende school mist en nodig heeft en andersom, wat heeft de klas nodig, besloten we, mijn dochter en ik, later in samenspraak met de ambulante begeleider, mijn dochter zelf gebarenlessen te laten geven aan haar klasgenoten. Later heeft ze een jaar lang vanuit het arrangement/ de begeleiding Kentalis, zelf gebarenlessen gekregen van een NGT juf. ( vraag: Hoe blijft de ngt van de reguliere DSH leerling op een dusdanig niveau dat zij straks ook de middelbare schoolstof kan blijven volgen en later de opleiding/universiteit?) Ook kwam de ambulante begeleider in de klas om 2 x per maand drama lessen te doen met de klas. Een belangrijk aspect daarvan was daarbij non verbale communicatie.
Contacten met dove en slechthorende vriendinnen en mensen vindt plaats buiten school, in weekend en vakantie. ( vraag: hoe blijft de reguliere leerling in contact met Dovencultuur en wanneer en waar ziet hij / zij dove rolmodellen?) Tot zover.

Op een Fodokdag, tijdje geleden, kwamen we in contact Maaike en zo met Stille Gym. Ik raakte enorm nieuwsgierig en dacht toen al…wauw wat is dit mooi en wat een prachtig kans  is dit om non verbaal te leren communiceren op een fijne manier.
En zo, was er vandaag, 4 november, Stille Gym in de klas van mijn dochter.

Niet praten en toch communiceren? Communiceren doe je niet alleen met je stem. Je communiceert met je lijf, met je ogen en met je handen. Tijdens de Stille Gym gaan de deelnemers een spel spelen zonder dat ze hun stem gebruiken.
Dat valt nog niet mee, want we praten allemaal enorm veel.  Samen spelen en leren hoe je op een non verbale manier met elkaar kunt communiceren, dat is de stille gymles!
De workshop wordt verzorgd door Maaike Ferf Jentink. Maaike heeft met succes een CIOS sportopleiding afgerond. Met Stille Gym wil Maaike haar opgedane kennis inzetten om kinderen in Nederland meer kennis en inzicht te geven over de wereld van dove mensen en verschillende manieren van de communicatie.

En dat is precies wat ze vandaag gedaan heeft op de Montessorischool Apollo in Leiden.
Zo schuchter en afwachtend  als de kinderen begonnen zo creatief en zelfbewust stonden ze, in de gymzaal,  na 1,5 uur gebaren naar elkaar te maken om dingen op een papiertje creatief en zonder woorden, aan klasgenootjes duidelijk te maken.
Mimiek aflezen, zelf mimiek oefenen, zonder woorden de weg vragen naar het strand, vragen beantwoorden als bv kunnen dove mensen auto rijden? Uitleg wat is non verbale communicatie. Allemaal aspecten die aanbod zijn gekomen en die je kinderen meegeeft in hun leven. Wat een rijkdom!

Ik kan iedereen die een doof / sh kind heeft op een reguliere school deze Stille Gym enorm aanraden. Sterker nog, ik vind eigenlijk dat dit een elementair standaard onderdeel moet zijn binnen passend onderwijs cluster 2. Liefst ook nog terugkomend.  Ik zit nu al na te denken om volgend jaar een herhaling / aanvulling te vragen aan Maaike. Mijn dochter zit op en Montessorischool dus volgend schooljaar komen er weer nieuwe groep zessers bij. Ook voor middelbare scholieren en volwassenen is deze workshop heel geschikt. Dus ambulante begeleidingsdiensten, Kentalis, omarm Maaike en zorg dat we leren non verbaal en bewust met elkaar te communiceren. En lieve stoere ouders van DSH kinderen binnen passend onderwijs, vraag aan je ambulante begeleider naar Stille Gym. De behoefte van jullie kinderen is leidend in de begeleiding. ( binnen Kentalis verwoord als “ Geld volgt leerling”, wat zoveel betekent als, heeft het kind de begeleiding nodig dan krijgt het deze en is het intern aan Kentalis om het financiële gedeelte te regelen. Bij aanvang van het arrangement, begin van het schooljaar mag er geen geld en/of uren stramien worden neergezet).

Kijk op de website voor meer informatie over Stille Gym: www.StilleGym.nl.

Groet Arjenne Fakkel



donderdag 3 november 2016

Terug naar de #dekern


"Kentalis vindt het belangrijk om samen met cliënten, ouders/verzorgers en medewerkers na te denken over de inrichting van onze organisatie. Onder de titel “Terug naar #De Kern” denken we na over hoe wij het beste kunnen bieden voor leerlingen en cliënten en ruimte kunnen geven aan professionals om hun werk te doen, met de organisatie-inrichting die hierbij past."

Een mooi streven.

Sinds vorig jaar bekleed ik de advieszetel van de LMR regio West. Deze zetel is mij letterlijk in de schoot geworpen of misschien beter gezegd onder de billen geschoven. Er had zich geen een andere ouder aangemeld dus ik was de enige kandidaat. Zonder verkiezing kon ik in de zetel plaatsnemen. Achteraf bleek dat de meeste ouders niet wisten van het bestaan van de zetel en al helemaal niet dat je jezelf kandidaat kon stellen.

Zo ging het met alle advieszetels die vorig jaar in het leven zijn geroepen. Behalve de zetel binnen de Landelijke MR. Maar daar ging het weer mis met de verkiezingen.

Tijdens de eerste vergadering van de Lokale MR was mijn eerste advies dan ook snel bedacht. Beste mensen van Kentalis zet communicatieverbetering tussen de instelling en de cliënten / betrokkenen met stip op 1 van je agenda!

Bij de eerste de beste nieuwsbrief vanuit de AB dienst Zoetermeer ging het weer mis. De brief wordt digitaal verstuurd. Omdat wij als ouders gelukkig nog best wel eens contact hebben seinen we elkaar in als iemand iets ontvangt. Dan kan je je eigen AB vragen om alsnog de nieuwsbrief te sturen. Dit is toch de omgekeerde wereld, maar goed je moet wat in deze digitale tijd. De aankondiging van de presentatie van de enquête over de AB dienst is ook op deze manier verspreidt. Resultaat: 5 mensen aanwezig voor heel regio West!



#dekern
Het voordeel van de advieszetel is dat je veel informatie krijgt over het reilen en zeilen binnen Kentalis. Omdat sommigen van de advieszetel bekleders elkaar kennen, sturen we onderling ook alles nog eens door. Zodat we zeker niks missen! Het project #dekern kwam 3 weken geleden al bij ons voorbij. Om ervoor te zorgen dat deze oproep wel de reguliere ouders zou bereiken heeft 1 van ons zich erin vastgebeten. Allereerst om te achterhalen wat precies het doel is van de bijeenkomsten en 2 om aan te geven dat er van verspreiding onder de reguliere ouders nog geen sprake was. Resultaat: Binnen de regio West is de aankondiging maandag en dinsdag, dus op zijn vroegst 48 uur voor de bijeenkomst, door de desbetreffende AB'ers verstuurd. Bij een oproep via Facebook bleek dat ouders die de oproep hadden gekregen geen idee hadden waar het over ging en natuurlijk op zo'n korte termijn niet meer aanwezig kunnen zijn in Leusden. Maar ook bleek dat heel veel ouders helemaal geen aankondiging hadden ontvangen. Ook de ouders van de andere regio's hebben laat of geen aankondiging ontvangen.

Hierbij wil ik mijn advies als advieszetel bekleder van de Lokale MR regio West toch graag landelijk nog een keer kracht bij zetten. Terug naar de #dekern. Het lijkt mij een oproep waarbij je weer duidelijk wil krijgen waar het om draait. Misschien wil je als organisatie terug naar waar het allemaal om ging binnen Kentalis namelijk de zorg en begeleiding van mensen/kinderen met een auditieve beperking en/of spraak- en taalontwikkelingsproblemen. Samen sterk in communicatie. Maar die communicatie daar schort en nu zo aan. Als die al niet klopt kom je nooit tot #dekern! Dus nogmaals beste mensen, zet communicatieverbetering tussen de instelling en de cliënten / betrokkenen met stip op 1 van je agenda en dan heb je de mogelijkheid om gelijkwaardig met elkaar in gesprek te gaan over de toekomst van Kentalis. 

donderdag 20 oktober 2016

TOLKEN IN HET PASSEND ONDERWIJS



Passend Onderwijs betekent dat de randvoorwaarden voor dove/ slechthorende kinderen zo goed mogelijk zijn geregeld. Hierdoor wordt toegang tot het leren op een reguliere school laagdrempelig. Maar met een tolk is er ook meer toegang tot incidenteel leren. Dit gebeurt doordat de tolk het volledig gebeuren in de klas zoveel mogelijk probeert om te zetten, zoals gesprekjes onderling, interactie tussen klas en leerkracht, grapjes, moppen, op welke toon iets wordt gezegd enzovoorts.

Dit betekent dat de volgende dingen goed zijn geregeld:
  • Begeleiding op school bij cluster2 specifieke onderdelen
  • Bewustzijn bij leerkrachten wat zij kunnen doen om toegang makkelijker te maken
  • RT begeleiding door cluster 2 specialist
  • Afstemmen van solo- apparatuur
  • Lawaai, ruis en andere storende geluiden zoveel mogelijk dempen
  • Tolk gebarentaal kunnen inzetten; dit staat los van het arrangement. Ouders/kinderen bepalen zelf of ze een tolk willen inzetten in het onderwijs. Zij regelen de aanvraag zelf. Ieder doof/sh kind heeft recht op een tolk gebarentaal, zeer zeker als het een voorwaarde is voor goed kunnen leren.
  • Tolk gebarentaal moet op niveau zijn
Even inzoomen op de twee laatste punten! Heel belangrijk!

Tolken NGT of NmG voor onderwijs: staat los van de arrangementen
Wat betreft een tolk gebarentaal kunnen inzetten: sommige ouders denken dat de mensen die gaan over de arrangementen bepalen of een kind wel/geen tolk krijgt.

Dat is onjuist! Let op: de arrangementen staan los van de tolkvoorziening.

Ouders regelen de tolkvoorziening voor hun kinderen zelf. Voor het onderwijs hebben dove/sh/CI kinderen onbeperkt recht op tolkuren. Immers voor het kunnen meedoen in regulier, passend onderwijs is optimale toegang tot communicatie heel belangrijk. Een doof/sh/CI kind moet alles kunnen volgen. Een tolk kan hierbij belangrijk zijn.

Een cluster 2 instelling of een AB’er mag niet bepalen of jouw kind wel of geen tolk krijgt. Ze mogen ook geen advies afgeven aan ouders om wel of geen tolk in te zetten. Dat is immers een gekleurde mening geven en proberen invloed uit te oefenen op taalkeuzes. Juist de ouders moeten zelf bepalen welke taalkeuzes zij maken; alleen Nederlands, Nederlands met Gebaren of Nederlandse Gebarentaal. Hetzelfde met hulpmiddelen: CI/gehoorapparaat en/of solo en/of tolk NmG/NGT.

Daarvoor is het belangrijk dat ouders volledig en juist geïnformeerd worden. Zelf rustig de afweging kunnen maken wat hen het juiste lijkt. Zonder advies van instellingen die het misschien wel goed bedoelen maar niets te beslissen hebben hierover.

Tolken zijn een voorziening. En de tolkvoorziening is niet in handen van de cluster 2 instellingen. Waar dan wel? In de handen van dove/slechthorende/CI-kinderen! En namens hen: de ouders. Jullie dus. Een tolk inzetten is voor elk dove/slechthorende/CI kind een recht. Nu. Later. Altijd. Daarom heet het een voorziening. Voorzieningen zijn geregeld vanuit overheid. De voorzieningen zijn nu ook steviger dichtgetimmerd omdat het VN verdrag is geratificeerd. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de Rechten van het Kind. Dat maakt dat de tolkvoorziening beschermd is. Er kan en mag geen afbreuk gedaan worden hieraan.

Niveau nodig bij tolken in het onderwijs
Een ander punt waar we ons ook bewuster van moeten zijn is dat het belangrijk is dat tolken gebarentaal in het onderwijs op niveau zijn. Dat blijkt belangrijker dan we denken.

Wat weten we over tolken gebarentaal?

Een tolk gebarentaal volgt 4 jaar opleiding aan de Hogeschool Utrecht. Daar leren studenten vaak vanaf nul een volledig nieuwe taal. Een 2de taal. Na 4 jaar studeren zijn ze een ‘tolk gebarentaal’ in de brede zin van het woord. Ze kunnen overal werken. Dat kan variëren van tolken bij een doktersafspraak tot tolken in het onderwijs.

Alleen: na die 4 jaar zijn ze nog niet klaar om echt alles te kunnen tolken. Eenmaal aan het werk in de klas zal een tolk nooit meteen het niveau hebben van de leerkracht die de lesstof moet overbrengen. Immers; het kost de leerkracht geen moeite om op niveau alles te kunnen vertellen in het gesproken Nederlands. Het is haar 1e taal. Een tolk (met gebarentaal als 2de taal) moet harder werken om wat de leerkracht zegt in het gesproken Nederlands om te zetten naar gebarentaal. Het getolkte niveau zal daarom lager liggen dan dat van de leerkracht. Het is net als autorijden. De tolk zal uren en uren moeten maken. Gewoon nog stevig een paar jaar fulltime moeten doorwerken. Pas dan kan een tolk –bij wijze van spreken- lekker “scheuren”.

Broodnodig dat ze bijscholing of nascholing gaan doen. Dat geldt zeer zeker voor tolken in  het onderwijs. Tijdens de opleiding op de HU kunnen studenten kiezen voor het volgen van een minor “Kinderen”. Dat is het enige stukje specifiek op kinderen gericht. Dat gaat nog niet eens alleen over het onderwijs. Verder is er haast niets op dit gebied. Er wordt bijvoorbeeld niets gedaan aan auditing (check, controle op beroepsniveau of kwaliteit wel up-to-date is) vanuit de opleiding of beroepsvereniging om te zien of een tolk op de juiste manier haar werk doet. Voor ons als ouders, maar ook de leerkracht, is wat de tolk doet niet te controleren.

Daarom is het goed dat er bijscholing bestaat specifiek voor tolken in het onderwijs. Tolken geven aan dat ze daar kennis krijgen die ze hard nodig hebben binnen het onderwijstolken. Dat ze zich eigenlijk niet bewust waren van hoe belangrijk het werk is dat ze doen voor onze kinderen.  Bijzonder is dat het gaat om een heel gewone basistraining die ze doen. In zes bijeenkomsten verspreid over het schooljaar 2016/2017 leren ze hoe te tolken tijdens rekenen & wiskunde, talen, spelling, grammatica, zaakvakken. Ook krijgen ze les in tolken op leeftijd & niveau.

Dat zet je als ouder aan het denken. Wat krijgen ze dan op de opleiding? En hoe gaan we hiermee om nu we te maken hebben met Passend Onderwijs? De praktijk wijst uit dat een goede tolk een enorm verschil kan maken. Met een goede tolk kom je automatisch op een veel hoger leerniveau. Als de tolk een hogere vertaalniveau heeft is immers de toegang tot het Nederlandse Taal veel hoger. Een tolk met beperkt lexicon of vaardigheden zal veel minder toegang kunnen bieden.

Op dit moment zijn er signalen dat sommige kinderen geen tolk kunnen vinden of genoeg nemen met invallers en/of minder ervaren tolken. Dat is zorgelijk. We hebben veel tolken in Nederland die zeggen dat ze graag meer willen werken. Prima!

Laten we zorgen voor meer tolken in het onderwijs. Dat kan als wij als ouders actief zijn richting de tolken van onze kinderen. Of tolken werken aan hun kwaliteit, kunnen we checken door hen te vragen of ze gerichte bijscholing doen. Doorgeven dat er cursussen zijn. Vragen of ze echt aandacht besteden aan het updaten van kennis en vaardigheden.

Wat zullen wij gaan doen als oudergroep?
  • Stimuleren dat tolken die werken in het onderwijs met kinderen en tieners cursussen volgen. Daardoor zal hun niveau van tolken verbeteren
  • Een lijst samenstellen van tolken die aan bijscholing doen. Van hen weten we dat ze zich willen specialiseren in tolken in onderwijs/voor kinderen
  • Ouders kunnen bij ons terecht als ze vragen hebben over hoe en wat met tolken
  • Ouders kunnen aan ons vragen wie een geschikte tolk is voor tolken in het onderwijs in hun regio
  • Als er geen tolk gevonden kan worden voor alle dagen, kan de oudergroep vanuit eigen ervaringen tolken aanbevelen die geschikt zijn voor onderwijstolken
  • Twijfel je eraan of je kind de tolk wel goed begrijpt? We kunnen je hiermee helpen
  • Tolken kunnen zich aanmelden bij ons dat ze graag in het onderwijs willen werken, dan koppelen we ze aan ouders/kinderen met vraag zodat er voldoende tolken beschikbaar zijn in het onderwijs
(Meer informatie over de cursus?  Dat is te vinden via: http://www.stichtingrtgs.nl/nascholingen)

maandag 17 oktober 2016

PERSBERICHT MuteSounds festival bezorgt doven én horenden een onvergetelijke dag



Zaterdag 15 oktober was de 10e editie van het MuteSounds festival op de Pier op Scheveningen. Zo’n 17.000 doven, slechthorenden en horenden bezochten het festival dit jaar. Corrie Tijsseling van Dovenschap, de grootste, onafhankelijke vereniging voor dove mensen, tv- en programmamaker Sipke Jan Bousema en Saïd Jamal openden het MuteSounds festival. Dit deden ze in gesproken Nederlands en in zeven verschillende gebarentalen: Nederlands Gebarentaal, International Sign, American Sign Language, Russisch, Chileens, Irakees en Chinees. Gebarentaal is namelijk niet universeel, maar de boodschap van het festival is dat wel!

Corrie Tijsseling: “MuteSounds maakt de dovengemeenschap zichtbaar. En dat is nodig, want de Nederlandse gebarentaal is nog steeds geen officieel erkende taal.

Sipke Jan Bousema: ‘’De dovengemeenschap moet altijd een stapje harder zetten. Het wordt tijd dat de horende gemeenschap ook een stap richting de doven doet.’’

Alan Bredenhorst, producent van MuteSounds: ”Festivals zouden meer toegankelijk moet zijn voor doven en slechthorenden. En dat is met kleine aanpassingen al mogelijk.

Saïd Jamal: "MuteSounds laat ons als doven en slechthorenden ervaren dat festivals ook voor ons toegankelijk kunnen zijn en daarom ben ik er trots op dat ik medewerker ben van dit festival.



Uniek festival met onverwachtse ontmoetingen
Het MuteSounds festival is uniek, omdat dit het enige festival is dat volledig toegankelijk is voor doven en slechthorenden, en voor horenden ook een bijzondere belevenis is. Het MuteSounds festival heeft dit jaar een grote stap gemaakt door een samenwerking aan te gaan met de Pier op Scheveningen: een nieuwe en bijzondere locatie voor een bijzonder festival. Overdag bezochten 16.700 mensen het festival en op het afsluitende avondfeest waren ruim 500 bezoekers.

Het MuteSounds festival staat al jaren bekend om het heerlijke festivalgevoel en de verrassende programmering die voor doven en slechthorenden volledige toegankelijk is. Dit jaar zette de organisatie echter nog veel meer in op onverwachtse ontmoetingen tussen doven en horenden, op het prikkelen van álle zintuigen en op een uitgebreide festivalprogrammering met meer dan 40 verschillende activiteiten! Daarnaast was er verrassend rondlopend entertainment, volledig toegankelijk muziekprogrammering door het visualiseren van alle live acts en activiteiten die gericht waren op ervaren, elkaar ontmoeten en vooral ook zelf actief meedoen. De bezoekers konden lasergamen op het dak van De Pier, creatief sporten op het strand, eten en drinken bestellen in gebarentaal, zich laten verwennen, dansen, workshops volgen, hun favoriete geur ontdekken nog veel meer.

Reactie van bezoeker: “Ongekend wat een feest. Bedankt MuteSounds voor deze onvergetelijke dag.

Prikkelen van alle zintuigen
In Nederland kunnen circa 1,5 miljoen mensen niet (alles) horen, ondervinden 500.000 Nederlanders in het dagelijks leven hinder door gehoorverlies en zijn er ongeveer 30.000 mensen doof of zwaar slechthorend. In het uitgaansleven, op festivals en bij culturele evenementen is het niet vanzelfsprekend om rekening te houden met de beperking van doven en slechthorenden. Daarom organiseert Stichting MuteSounds jaarlijks het MuteSounds festival. Voor vele doven en slechthorenden is MuteSounds elk jaar weer bijzonder, doordat de organisatie ervoor zorgt dat het festival door hen optimaal kan worden beleefd. Voor horenden is MuteSounds echter ook een bijzondere ervaring, omdat de focus ligt op alle zintuigen. Het MuteSounds festival toverde de Scheveningse Pier om tot een zintuigenprikkelend festival voor alle doelgroepen en leeftijden.

Met dank aan
MuteSounds 2016 is mogelijk gemaakt door steun van onder andere De Pier, de gemeente Den Haag, Fonds 1818, NSGK, Stichting Boschuysen, het VSB Fonds, de Janivo Stichting, Hermusfonds, Kinderfonds Dusseldorp, TREIN 8.28 H.IJ.S.M., Mr. August Fentener van Vlissingen en Stichting Theodora Boasson.

MEER INFORMATIE
Kijk op onze website mutesounds.nl en volg ons op social media voor het laatste nieuws en leuke acties: facebook.com/mutesoundsDH, twitter.com/mutesoundsDH  en instagram.com/mutesoundsdh



donderdag 13 oktober 2016

MuteSounds festival op Pier Scheveningen prikkelt alle zintuigen



Met trots nodigen we je uit voor het MuteSounds festival op zaterdag 15 oktober 2016.
Een bijzonder festival dat dit jaar op een bijzondere locatie plaatsvindt: De Pier, Scheveningen.

MuteSounds festival op Pier Scheveningen prikkelt alle zintuigen

Zaterdag 15 oktober is het MuteSounds festival op De Pier op Scheveningen, Den Haag. Een nieuwe en bijzondere locatie voor een bijzonder festival. Speciale festivalactiviteiten, muziekprogrammering, workshops en overige creatieve invulling van het festival stimuleren interactie tussen doven, slechthorenden en horenden! Het MuteSounds festival zet in op het prikkelen van álle zintuigen, door te ervaren, elkaar te ontmoeten en vooral ook zelf actief mee te doen.

De opening wordt om 13 uur bij de entree van De Pier verzorgd door:

  • Corrie Tijsseling, voorzitter van Dovenschap
  • Sipke Jan Bousema, bekende programmamaker die zich vele malen inzette voor de dovengemeenschap
  • Alan Bredenhorst, producent van het MuteSounds festival sinds 2015 

Tevens is er een openingsdans, gezamenlijk uitgevoerd door doven én horenden.
En om 13.30 uur wordt voor onze relaties een speciale rondleiding verzorgd over De Pier door onder andere onze dove collega Saïd Jamal en een (pers)tolk.

Mede namens De Pier en stichting MuteSounds,

Hopelijk tot zaterdag!

Alan Bredenhorst
Producent MuteSounds
Mobiel: 06 24 80 54 57

Renske van Luijn
Productie LeesVertelwedstrijd
Mobiel: 06 57 72 97 98

Hier nog foto's van vorig jaar!















vrijdag 7 oktober 2016

Openstaande zorgpunten passend onderwijs


Uit het bestuurlijk overleg met Kentalis (lees hier het verslag) is gebleken dat de instelling werkt aan de verbetering van passend onderwijs. In ieder geval zijn er op een aantal punten belangrijke stappen gezet. Het handelingsgericht arrangeren bijvoorbeeld.  In overleg met Simea is besloten om bij het toekennen van de arrangementen meer uit te gaan van de behoefte van het kind en minder de nadruk te leggen op de harde criteria. Ook zijn de eerste stappen gezet op het gebied van medezeggenschap. Dit moet wel nog wettelijk vorm krijgen.

Maar passend onderwijs voor cluster 2 leerlingen (en cluster 1) is nog niet overal zoals het zou moeten zijn. Er resteren nog vele zorgpunten.
  • Bestuurlijk heeft Kentalis de visie om de auditief beperkte leerlingen waar mogelijk zo dicht mogelijk bij de eigen thuissituatie te begeleiden. In de praktijk zien we dit nog niet terug;
  • Ondanks alle goede bedoelingen blijft Kentalis een logge organisatie die veel zegt maar weinig doet en zich graag achter anderen verschuilt. Niet alleen ouders maar ook medewerkers lopen hier tegen aan;
  • Kentalis legt een deel van de problematiek van passend onderwijs bij de samenwerkingsverbanden, maar de instelling heeft er zelf voor gekozen om landelijk georganiseerd te zijn, dus lijkt het logisch dat de verbinding met de samenwerkingsverbanden moeizaam loopt;
  • Kentalis legt een deel van de problematiek bij de AB'ers die de omslag niet goed oppakken en dus weer op cursus moeten. De vraag is hoe Kentalis (en de AB’ers) hiermee omgaan;
  • Kentalis maakt graag gebruik van de vergelijking met de zorg, namelijk dat je de patient vraagt wat kan je nog wel en waar heb je hulp nodig. Dit gaat in het geval van onze kinderen niet op. Een kind van 4 met TOS / DSH heeft nog helemaal geen idee wat die mist of niet kan(voor zijn gevoel kan het alles!!). En stel dat je als ouder met dit kind de gang naar het reguliere onderwijs gaat maken, hoe weet je nou waar je op moet letten, welke informatie je aan de leerkracht, ib'er en school moet geven; 
  • Kentalis geeft toe dat het reguliere onderwijs nog niet klaar is voor TOS / DSH kinderen, is het dan het wel verstandig om arrangementen op grote schaal stop te zetten of helemaal niet op te starten;
  • Het is bijzonder dat er bij Kentalis geen gevallen bekend zijn van kinderen waarbij het arrangement stopt ondanks dat de ouders en de school het er helemaal niet mee eens zijn. Vraag is waar deze klachten terecht komen. Veel ouders weten niet waar ze terecht moeten en gaan accoord met het nieuwe arrangement omdat ze niet weten dat ze hierover in gesprek kunnen gaan en met wie.
We zijn benieuwd of ouders zich hierin herkennen. Of dat er nog punten zijn die niet bekend zijn. Laat het ons weten door te reageren via oudergroepvandovekinderen@gmail.com.

vrijdag 15 juli 2016

BIJNA VAKANTIE….


Het is bijna zover. Vanaf volgende week vrijdag hebben alle kinderen in Nederland vakantie. Ook wij gaan genieten van een rustperiode. Graag willen we nog even delen wat we het afgelopen half jaar hebben gedaan.

Gesprekken met Kentalis - Simea - FODOK – HoorMij
Door de komst van Passend Onderwijs is er veel veranderd rondom begeleiding van D/SH en TOS kinderen in het reguliere onderwijs. Ouders en leerkracht (en leerling) gaan eerst zelf kijken wat het kind nodig heeft om het onderwijs goed te kunnen volgen op een reguliere school. Daarvoor moeten zij ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opstellen waaruit duidelijk moet worden welke hulp er nodig is. Zeker als er nog geen hulp is vanuit Cluster 2 is, is dat best een uitdaging. Waar vind je een overzicht van de expertise en ondersteuning? Om hier verandering in te brengen zal er een webbased overzicht worden gemaakt door Simea. Hiermee krijgen leerlingen, ouders, reguliere scholen en medewerkers van de instellingen inzicht in de ondersteuning en advisering die de instellingen aan de reguliere scholen kunnen bieden gedurende de schoolcarrière. Het doel van bovengenoemd overzicht is dat op die manier iedereen eenzijdig is geinformeerd over de mogelijkheden. Hiermee wordt men een gelijkwaardige gesprekpartner. Verder moet de begeleiding van een DSH of TOS kind in heel Nederland hetzelfde zijn. Door het inzichtelijk te maken wat er is voorkom je verschillen per instelling of regio. Er komt 1 landelijke lijn.

Afgelopen maart zijn de criteria voor DSH kinderen bijgesteld zodat kinderen met CI, die als slechthorende functioneren, toch weer een cluster2- indicatie kunnen krijgen. 

Op dit moment draait er een pilot bij Vitus Zuid om de herindicatie eenvoudiger te maken. Voor de herindicatie is het OPP leidend. Als uit het OPP blijkt dat de begeleiding gecontinueerd moet worden hoeven er verder geen onderzoeken (zoals gehoortesten enz.) meer plaats te vinden. Als je als ouder zelf mee moet schrijven aan een OPP is duidelijkheid van groot belang. Duidelijkheid over wat de ondersteuning en advisering vanuit de instelling nu precies inhouden.

Bezoek aan de opening van het Learning Hearing Center Amsterdam

FODOK dag
Verslag van ons bezoek.

Eerste bijeenkomst met als thema: "Arrangementen"

Tweede bijeenkomst met als thema: “Mijn kind naar het VO”
Tijdens deze bijeenkomst is ons duidelijk geworden dat er nog veel te weinig informatie is om ouders goed te kunnen ondersteunen in hun keuzes voor het voortgezet onderwijs.
Hier volgen enkele voorbeelden van ouders en hun vragen:
  • DSH kind met CI gaat na naar enkele jaren regulier onderwijs terug naar het speciaal onderwijs. Het gemis van de ondersteunde gebaren is hiervoor de rede. Maar na het speciaal basisonderwijs komt de vraag: hoe nu het vervolg met NmG? Welke VO school biedt dat?
  • SH kind die door te weinig gehoorverlies in decibels buiten de criteria van Simea valt. Helaas ondervindt het kind zoveel problemen van zijn slechthorendheid dat hij het op een reguliere school niet redt. Daardoor zit hij nu op een SBO school. Wat is voor hem straks de beste VO keuze?
  • 2 dooffunctionerende  kinderen met CI. Momenteel zitten de kinderen met begeleiding op een SBO school. De oudste heeft al aangegeven dat hij graag naar Haren zou willen voor het VO. In zijn geval betekent dat hij naar het internaat zou moeten gaan ivm de afstand. Hoe ga je om met het feit dat hij de overstap van dichtbij huis een SBO naar ver weg een doven-VO wil maken? Verhuizen is niet mogelijk. Maar een kind helemaal loslaten..?
  • Zelf zijn wij voor onze 3 kinderen op zoek naar een VO waar ze straks met z'n drieen heen kunnen. De bedoeling is dat ze op dezelfde school zitten maar ieder op zijn eigen niveau. Ze hoeven niet perse in dezelfde klas. Wel vinden wij identiteit, gebarentaal en cultuur (zowel doof als horend) van belang. Dat dit goed aangepakt wordt. Maar: hoe regel je dat?
De middag kwam eigenlijk met meer vragen dan antwoorden. Daarom gaan we na de vakantie weer een middag plannen voor het verder praten. Wel bleek maar weer na deze bijeenkomst hoe fijn het is om onderling contact te hebben en ervaringen te delen.

Leesvertelwedstrijd
Een leuk dove activiteit!

Presentatie bij het CI-team van het VU in amsterdam over meertaligheid bij DSH kinderen
Vaak wordt gezegd dat CI-teams niet erg openstaan voor gebarentaal. Dat vonden wij iets om onder aandacht te brengen. Een reden dus om naar Amsterdam te reizen en een presentatie te geven bij het VU CI-team met als onderwerp de toegevoegde waarde van gebarentaal bij CI kinderen. Het CI- team reageerde over het algemeen genomen heel positief. Echter werd er gezegd dat CI teams dit toch meer een taak voor de gezinsbegeleiding vinden. Ze gingen er ook van uit dat ouders door de gezinsbegeleiding hierover volledig geïnformeerd werden. Helaas moeten wij nog steeds constateren dat dat niet altijd het geval is.

Op naar de gezinsbegeleiding!  Naar aanleiding van de VU-presentatie en hun feedback hebben wij een gesprek gehad met het NSDSK (Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind). Zij werken nauw samen met het VU. Wij waren heel nieuwsgierig naar hun taalbeleid. Het NSDSK doet alleen aan vroegbehandeling en gezinsbegeleiding. Hiervoor hebben zij een heel pakket dat loopt van 0 tot 5 jarige leeftijd van een kind. Ze gebruiken verschillende communicatiecursussen. Ook hebben ze een eigen vorm van NmG ontwikkeld genaamd ‘NmG+’. Op deze manier proberen zij, naar hun mening, een communicatievorm te vinden die zowel bij het gezin als het kind past. Hierdoor zou er optimale taalontwikkeling voor het kind mogelijk zijn.

Wij zijn met gemengde gevoelens uit het gesprek gekomen. We vinden het pakket zeer uitgebreid. De ouders worden zeer compleet geïnformeerd, maar het houdt op na 5 jaar oud. En wat dan? Het ontwikkelen van je eigen vorm van NmG is mooi, maar er is geen continuïteit. Er is geen school, dienst  of pakket waarmee kind en ouders tot 18 (bij wijze van) verder kan. NmG+ stopt zodra kind naar school gaat. Kortom: waar probeer je dan in te investeren?

De groep DSH wordt steeds meer divers. Het ene kind gebruikt NGT. De andere meer NmG. Sommigen NmG+. Weer andere gebaren helemaal niet. Hoe ga je met deze diversiteit om binnen het onderwijs? De meeste kinderen verdwijnen in het reguliere onderwijs. Hoe bereid je basisscholen en VO scholen op zo’n kleine, maar ook nog eens zo'n divers groep kinderen?  Wat doet het met de kinderen zelf?  Zijn ze nu Doof of slechthorend?  Of kunnen ze niet goed horen maar draaien ze wel in de horende wereld mee? Welke identiteit hoort er nog bij? Of hebben ze daar geen behoefte meer aan? Kunnen wij inschatten wat de gevolgen zijn van het “kweken” van zo'n diverse groep? Vooral omdat mensen en kinderen juist altijd naar iets op zoek zijn wat hen bindt. Dat binden is juist een basis voor het leven dat gemaakt moet worden in de jeugd. Anders is er veel inhaaltijd nodig later en dat kan voor allerlei “effecten” zorgen.

Bezoek aan de Polanoschool in Rotterdam
In juni hebben we een ochtend mogen kijken op de Polanoschool in Rotterdam. Dit is nog een van de weinige DSH scholen in Nederland. We hebben aan het eind van de dag een goed gesprek gehad met de teamleider. Op deze manier proberen wij in kaart te krijgen wat er nog over is van het ‘klassieke’dovenonderwijs in Nederland.  Het dovenonderwijs zoals dat vroeger bedoeld was.

Congres FCEI in Oostenrijk
In juni was er een congres in Oostenrijk. Hier komen ouders en professionals samen om hun ervaringen met elkaar te delen. Begin dit jaar hebben we een mail naar Med-El gestuurd dat we graag aanwezig zouden willen zijn. We konden met financiële ondersteuning van Med-El als sponsor naar het congres! Er waren 80 ouders aanwezig uit verschillende landen van de wereld. Ook Kentalis, Auris, NSDSK en FODOK waren vertegenwoordigd. Er waren 2 dagen presentaties. Tijdens die dagen werden vele verschillende invalshoeken getoond hoe ouders en professionals samenwerken in de opvoeding van DSH kinderen. Op de volgende website vind je pdf's van alle presentaties die daar gegeven zijn:
Het was een veelzijdig aanbod. Wij zijn naar de volgende presentatie geweest:
  • Robert Baldwin: Decision Making: Facilitation Strategies that Support Informed Choice 
  • Karen Putz: Making an Impact: Deaf and Hard of Hearing Adults on the Parenting Journey
  • Kathleen Vercruysse: Importance and role of deaf role models in early intervention
  • Eder A., MülleggerTreciokaite D.: Parent-Peer in Austria: A Bridge for Parents
  • Sade D., Zamir D.: MICHA’s Parents Empowering Program
  • Holcomb T.: Deaf Community/Families with Deaf Children: A winning combination
  • Des Georges J., Olson S.: Where Families find Support: An Integrated Model
  • Bolajoko Olusanya: Family engagement for effective intervention for children who are deaf or hard of hearing in resource-constrained settings
  • Eva Karltorp: Pediatric Cochlear Implants: The Swedish Model
  • Bencie Woll: Early language development in deaf children from a multi-modal and interactional perspective
  • Christian Vogler: Technology for Visual and Auditory Access - Trends and the Future
  • Michele Berke & Elaine Gale: Eyes for Early Language Learning: Deaf mothers’ practices with joint attention and early literacy
  • McCarthy M.: Caregiver and practitioner perceptions of family/provider partnerships in a telepractice setting
  • Binder D.: Parent´s feedback – what can we learn from it for fine-tuning in early intervention?
  • Yoshinaga-Itano C., Beams D., Coulter K. Introducing LENA SP For Special Populations: Specifically Designed for Early Intervention with Families and Children Who Are Deaf or Hard of Hearing

Ouders hebben heel veel behoefte aan contact. Met elkaar. Ook met professionals. Maar: het contact met de professionals begint langzaam te veranderen. Vroeg schreef de professional voor wat goed was voor het kind. Tegenwoordig wil de ouder graag zelf meer zeggenschap hierover. Daarvoor is goede informatie van enorm belang. Pas dan kan de ouder een weloverwogen beslissing maken. Dat de informatie compleet moet zijn, is noodzakelijk omdat de beslissingen, die ouders op vroege leeftijd nemen voor hun kind, bijna onomkeerbaar zijn. Aangezien er tijdens het congres zoveel verschillende mogelijkheden van begeleiding getoond zijn, hebben wij Auris, Kentalis en de NSDSK gevraagd ook deze informatie te delen met hun eigen cliënten. De NSDSK hebben we inmiddels ontmoet. Met Auris hebben we in september een afspraak. Trouwens: hierbij ook een link naar alle oudergroepen wereldwijd. Hier kan je zien hoe in andere landen ouders bezig zijn en misschien geeft het je handvatten en inzichten waar je zelf weer wat mee kan.

Bezoek de dag van de gebarentaal in Radboud in Nijmegen
Op 1 juli was er een dag met lezingen waarin mensen lieten zien wat er allemaal aan onderzoek wordt gedaan in Nederland als het gaat om gebarentaal. Veel lezingen gingen over andere gebarentalen en niet zozeer over NGT. Er is dus feitelijk weinig onderzoek naar NGT in Nederland op dit moment. Ook werd er een nieuwe website Doofgewoon gepresenteerd die ontwikkeld is door de afdeling van taalkunde, vakgroep gebarentaal, Radboud Universiteit Nijmegen. Hier kunnen ouders meer informatie vinden over het gebruik van NGT bij de opvoeding van hun dove kinderen. De website is nog wel in ontwikkeling dus de informatie is helaas niet compleet.

Bezoek aan de vroegbehandeling in Zoetermeer
Na de Polanoschool zijn wij ook op bezoek geweest bij de vroegbehandeling van Kentalis Zoetermeer. Onze kinderen zijn daar 10 jaar geleden begonnen. Sinds die tijd is er heel veel veranderd. We wilden graag zien hoe het nu allemaal gaat. Zoetermeer kent 2 peutergroepen. Ten eerste ‘Tweetaal’: dit is een peutergroep met een dove en horende peuterleidster. Ten tweede ‘Taallokaal’. Dit is een peutergroep met alleen gesproken Nederlands. Door dubbelzijdig implanteren en de overgang van AWBZ naar ziekenkosten verzekering voor mensen met een auditieve beperking, is er echt een omslag gekomen. Qua naam. Maar ook qua hoe men naar DSH kinderen kijkt. Peutergroep heet nu vroegbehandeling. Het krijgen van begeleiding was vroeger meer vanzelfsprekend. Nu moeten er eerst allerlei dingen “fout” lopen. Dan pas kom je voor behandeling in aanmerking. 

Dit “eerst fout lopen en dan pas interventie” zie je ook terug in de aanvraag voor de arrangementen. Gaat het goed, dan stopt alles. Ook al is het relatief dat het ‘goed’ gaat. Ook al gaat het juist ‘goed’dankzij begeleiding.  Je moet met de huidige regeling als het ware eerst wachten tot het fout gaat om weer voor begeleiding in aanmerking te komen.

De vraag dringt zich op: is dit nu wel de juiste manier? Moeten we echt op die manier naar DSH kijken? En: is dat wat we als ouders willen? Wat we voor ogen hebben? Wij denken van niet. Als je kijkt naar enkel het onderwijs, en dan zeker naar regulier onderwijs, is dit nog steeds ontoegankelijk voor de meeste DSH kinderen. Natuurlijk: met apparatuur, tolken en begeleiding komen ze een heel eind. Maar als de begeleiding wegvalt, is het reguliere onderwijs niet meer volledig toegankelijk. Dan ligt daar weer die drempel die we nu juist weg willen hebben.
Helaas worden wij als ouders niet voldoende gehoord hierin.

Het afgelopen half jaar hebben wij veel ouders proberen te ondersteunen. Telefonisch, per mail, met bezoeken en via hulp aan het meeschrijven van plannen. Sommige kregen uiteindelijk toch hun begeleiding, maar voor velen is er niks volgend schooljaar. Tussen de 40% en 50% van de arrangementen worden niet voortgezet. De Cluster2-instellingen zetten dit stop. En dan hebben we het nog niet eens over de groep waarbij er niet eens een arrangement wordt gestart. Dit zijn vaak de heel jonge kinderen die net naar school gaan. In groep 1 en 2 is het nog niet zo heel lastig maar zodra ze naar groep 3 gaan, zitten ze met lege handen. Leerkrachten weten niet hoe ze met deze kinderen kunnen omgaan, welk aanpak het beste is voor bijvoorbeeld lezen en schrijven. Bijzonder. Juist omdat we weten dat DSH kinderen met een groot achterstand in het lezen van school gaan. Deze kinderen hebben wel begeleiding gekregen. Hoe dus met de kinderen die geen (!) begeleiding krijgen.

Verder zien we ook een verdamping van de expertise. AB'ers die niet precies weten of bepaalde problematiek nog wel cluster 2 gerelateerd is bijvoorbeeld. Ook zien we de rol van de AB'er veranderen. Van een persoon die vroeger op school kwam voor het kind, naar een persoon die nu meer komt om de leerkracht te ondersteunen.

Eigenlijk is hier iets heel raars aan de hand. Zoals hierboven al beschreven. De groep die steeds divers wordt. Met bijna elke kind die een eigen aanpak nodig heeft. Maar als het gaat om hun begeleiding moeten deze kinderen (en hun scholen) het doen met een standaardpakket. Ongeacht de taal die ze "spreken". Ongeacht met welke hulpmiddelen ze het best tot hun recht komen. Cluster 2 spreekt van een afname van DSH kinderen. Dat is ook bijzonder want er worden er elke jaar toch ongeveer 300 geboren. Een aantal wat al jaren stabiel is. Heel overzichtelijk dus. Voor de instellingen. Voor de overheid. Voor wat er aan begeleiding nodig is en geregeld moet worden. Dit betekent dus dat deze kinderen op de een of andere manier uit het systeem "verdwijnen". 

Wat betreft inzichtelijkheid bij de overheid: we hebben samen met het oudernetwerk passend onderwijs cluster 1 en 2 een brief opgesteld voor het algemeen overleg passend onderwijs in de tweede kamer. De brief is ontvangen en gelezen. De inhoud van de brief zal indien wenselijk door de leden van de commissie worden gebruikt.

Alles hierboven bij elkaar zijn weer stapjes vooruit. Alleen heb je daar als ouder, die vanaf volgend schooljaar met lege handen zit, op dit moment niet zo veel aan. 

Hoe gaan we verder? 
Gestaag en vol moed. Volgend schooljaar willen wij ons weer inzetten om jullie als ouders te ondersteunen zoals we dat het afgelopen half jaar hebben gedaan. Wij zullen dit doen door zoveel informatie met jullie te delen en vragen te beantwoorden die jullie ons toesturen.








donderdag 14 juli 2016

EEN BIJZONDERE DAG…….



Het is dan zo ver. Vandaag, 14 juli 2016, wordt in Nederland het VN-verdrag echt van kracht.

Vanaf vandaag moet Nederland meer toegankelijk worden voor mensen met een beperking. Dat geldt dus ook voor alle mensen en kinderen die doof of slechthorend zijn. In sommige landen wordt door het intreden van het VN verdrag de gebarentaal meteen erkend als officiele taal. Dit is helaas niet zo voor Nederland. Maar wel moet het makkelijker worden om toegang tot Nederlandse Gebarentaal (afgekort: NGT) te krijgen. Nederland zal het VN verdrag moeten volgen.

Wij als ouders van dove en slechthorende kinderen willen graag een duidelijke verandering in toegankelijkheid van gebarentaal zien. Dit betekent niet dat alle ouders moeten kiezen voor NGT. Elke ouder dient, na bestuderen van alle informatie en opties, zelf te kunnen kiezen. Het betekent wel dat als ouders kiezen voor opvoeding met NGT dat ze hierin open toegankelijkheid moeten krijgen. Het betekent ook dat ouders hierin gefaciliteerd dienen te worden.

Hoe zit het nu eigenlijk met dat faciliteren?

Tot voor enkele jaren geleden was het nog erg lastig om na de zogeheten Oudermodules 1 t/m 3 (OM1 t/m 3) een goede opvolging te vinden voor het verder uitbreiden van de gebarentaalvaardigheden. Als ouder heb je zeker de eerste 8 tot 9 jaar een continue aanbod nodig. Alleen dan kun je de vlieguren maken die je nodig hebt om de taal onder de knie te krijgen. Immers: je moet genoeg aanbod krijgen om hiermee je hele leven verder te kunnen in communicatie met je dove/slechthorende kind. Natuurlijk kan dat communiceren veranderen in loop van de jaren, maar essentieel is dat ouders de basis hiervoor kunnen leggen.

Nadat wij tot 2011 alle cursussen bij de Cluster2 instellingen hadden gevolgd, zijn wij op zoek gegaan naar mensen die voor ons een goed vervolg konden schrijven op de Oudermodules 1 t/m 3. Deze modules dienen alle ouders aangeboden te krijgen via de gezinsbegeleiding van de instelling of een Audiologische Centrum (AC).

Waarom moesten het nou specifiek oudermodules zijn? Als ouder loop je in elke leeftijdsfase van je kind tegen nieuwe uitdagingen aan. Daar moet je als ouder met je taal op kunnen aansluiten. Je bent immers de eerste verantwoordelijke voor de opvoeding van je kind. Ouders van horende kinderen geven ook veel informatie en passen hun taal aan. Ze proberen te anticiperen en hun horende kinderen te stimuleren in de ontwikkeling. Dat geldt net zo goed voor ons als ouders van dove/slechthorende kinderen. Bijvoorbeeld: hoe ga je om met grote familiefeesten? Wat doe je met een begrafenis? Hoe ga je met je kind in discussie, zodat je gelijkwaardige gesprekpartners bent? Wat is er nodig aan lichaamstaal om te laten zien aan je dove/slechthorende kind dat je aan het luisteren bent naar zijn/haar verhaal?

Wij hebben 2 Dove professionals gevonden die OM 4 t/m 7 hebben ontwikkeld. Omdat wij de eerste groep waren, de zogenaamde ‘pilotgroep’, hebben de ontwikkelaars ons ook “gebruikt” om te onderzoeken of je als ouder echt enigszins op niveau kan leren gebaren. En wat bleek? We gingen met sprongen vooruit! De stelling dat ouders niet in staat zijn om vaardig te worden in vloeiende gebarentaal viel daarmee om. Essentieel bleek: 1. Taalleren dat direct toegepast kan worden (dus echt oudergericht taal), 2. Continue aanbod (geen wachttijden tussen modules) en 3. Vlieguren maken zowel in les als thuis 24/7. Daarin moet er dus gefaciliteerd worden!

Zonder veel problemen hebben we OM4 t/m 6 via Kentalis kunnen volgen. Omdat OM7 nog in ontwikkeling was, hebben we anderhalf jaar geleden weer bij Kentalis aangeklopt of we tot die tijd niet nog andere cursussen zouden kunnen volgen.

Inmiddels hebben we de ervaring dat als je bij een instelling wat vraagt, je al snel met een regiodirecteur om de tafel moet om het ook daadwerkelijk voor elkaar te krijgen. Je moet als ouder goed beslagen ten ijs komen om te kunnen onderbouwen waarom je een soepele communicatie met je kind toch echt noodzakelijk vindt. Zeker nu onze kinderen ouder worden en communicatie steeds ‘dieper’ gaat.

Ook al zit van ons groepje de helft van de kinderen op een reguliere school en doen ze het goed daar; thuis moet er de mogelijkheid zijn om met ons als ouders zonder taalbarrière of miscommunicatie te kunnen praten. Over leuke maar soms ook minder leuke dingen.
Na wat gesprekken en mails kregen we de mogelijkheid aangeboden om de modules te volgen van de instelling zelf. Deze modules zijn ontwikkeld voor al het personeel van Kentalis. Zeer breed dus. Het was een leuk alternatief, alleen bleek al snel dat het niveau te laag was voor ons als ouders met opgroeiende kinderen.

Afgelopen November kwam het bericht dat OM7 klaar was en dat we, in samenwerking met Kentalis, ook deze module zouden kunnen gaan volgen. Dat gaat als volgt: Kentalis huurt de docenten in en verzorgt een locatie. Via de zorgverzekering kan Kentalis de kosten daarvoor vergoed krijgen. De zorgverzekering maakt namelijk regelmatig geld over naar Kentalis. Dit geld dient besteed te worden aan zorg. Communicatie valt onder zorg.

Helaas liep het deze keer allemaal wat minder soepel dan bij OM4 t/m 6. We hebben gemaild en gepraat. De vraag kwam waarom we nog een laatste module wilden volgen. Waar zou het ophouden? Weer gemaild en nog meer gepraat. De knoop werd maar niet doorgehakt. Tot enkele weken geleden. Kentalis gaf toen aan dat de cursus te duur was en ze daarom genoodzaakt waren om eerdere beloften in te trekken. Dat was weer even tot 10 tellen.

Inmiddels hoorden wij dat oudergroepen bij Auris zonder problemen hun cursussen wel kregen opgestart. Maar van andere ouders, die verbonden zijn aan een Audiologische Centrum, kregen wij te horen dat het AC zich niet geroepen voelde om de ouders te voorzien in hun behoefte in meer gebarentaal. Voor de Audiologische Centrum waren drie OM-modules van 8 a 12 lessen van 1.5 tot 2 uur voldoende tot het kind 5 jaar oud is. Het vervolg moest maar plaatsvinden als het kind naar school gaat via Kentalis.

Na weer wat heen en weer mailen en een heel stevig gesprek bij Kentalis op kantoor zijn we toch tot consensus gekomen. We kunnen in september als nog beginnen aan onze laatste oudermodule OM7.

Vanaf vandaag moet Nederland voor mensen met een beperking meer toegankelijk worden. Drempels moeten weg. Liften moeten worden geplaatst. Elke openbare gelegenheid moet een asisstentiehond ongehinderd binnen laten. En dat is goed. Dat is zichtbaar. Maar ook voor mensen en kinderen met een minder zichtbare beperking moet Nederland toegankelijk worden.

Voor kinderen met een auditieve beperking, die nu naar een reguliere school gaan, is het onderwijs nog lang niet toegankelijk. Ze hebben gehoorapparatuur, soloapparatuur, tolken en ambulante begeleiding maar moeten elke dag een topprestatie leveren. Ze moeten het allemaal bij kunnen benen. Dat kost heel veel energie en communicatie. Juist dan moet de communicatie over en weer thuis zo laagdrempelig mogelijk zijn. Als kinderen zich willen uiten in gebarentaal, moeten ouders gebarentaal kunnen beheersen.

Naast de kinderen staan de ouders die, met man en macht, moeten strijden om de juiste begeleiding voor hun kinderen voor elkaar te krijgen. Dat kost heel veel uren werk en bergen energie. Dit omdat er niet altijd naar wensen van de ouders geluisterd wordt. Maar deze ouders moeten dus ook (!) vechten om het juiste cursusaanbod voor thuis te krijgen. Zodat ze toegang hebben tot kunnen communiceren met hun kind.

Bij elkaar genomen is dat dubbel vechten. Wel erg veel vechten. En dan moeten ouders ook nog langs ziekenhuizen voor allerlei controles, langs school en langs allerlei hulpverleners.

Vandaag moet Nederland voor iedereen met een beperking meer toegankelijk zijn.

Wij hopen van ganser harte dat dit betekent dat je niet meer kilometers e-mail hoeft te schrijven om voor een cursus in aanmerking te komen, die juist zorgt voor deze toegankelijkheid. Het kan niet meer zo zijn dat er wordt gezegd: “Wanneer is het nu eens genoeg voor die ouders?” Want voor ons als horende ouders met een doof/slechthorend/CI- kind betekent het dat we moeten investeren nu (!) zodat we de rest van ons leven de taal van onze kinderen kunnen blijven “spreken”. Alleen op die manier is onze relatie er een die gelijkwaardig is. Een die voor beide partijen toegankelijk is. Zowel voor onze kinderen en onszelf als ouders.

Vandaag, 14 juli 2016, heeft Kentalis als Cluster2 instelling een groot managementoverleg waarin zij het cursusaanbod aan ouders als agendapunt ter sprake zullen brengen. Heel bijzonder, want ze doen dit zonder vooraf inbreng of overleg van ons als ouders.

Juist vandaag zullen ouders en kinderen meer rechten krijgen dankzij VN-verdrag. Dit zal wettelijk van kracht worden. Ouders en kinderen kunnen er beroep op doen en mogen het wettelijk aanvechten als er afbreuk wordt gedaan aan rechten. Wij hopen dat Kentalis als instelling, op zo’n bijzondere dag als vandaag, tot een wijs besluit zal komen voor haar klanten (lees: ouders en kinderen die gebruikmaken van hun diensten). Dat zij zullen beseffen dat gezonde communicatie tussen 2 partijen altijd op basis van gelijkwaardigheid moet verlopen. Gelijkwaardig tussen ons als ouders en professionals als experts. Gelijkwaardig tussen ons als ouders en onze kinderen. Voor dat laatste is het uitkomst dus: als ouders moeten wij een goede basis in gebarentaal kunnen leggen dus graag zonder tegenwerking volledig toegang tot gebarentaalcursussen. Op welk leeftijd dan ook. Via alle mogelijke Audiologisch Centra, gezinsbegeleidingsdiensten en Cluster2-instellingen in Nederland.




dinsdag 28 juni 2016

Passend onderwijs cluster 1 en 2 - input voor algemeen overleg Tweede Kamer



Morgen 29-6-2015 vindt het algemeen overleg passend onderwijs plaats in de Tweede Kamer. Wij hebben samen met het Oudernetwerk passend onderwijs cluster 1 en 2 een aantal punten opgesteld die wij graag bij staatssecretaris onder de aandacht willen brengen. Hier volgt onze brief ter info:

Geachte mevrouw Ypma en heer van Meenen, 

In verband met het komende algemeen overleg over passend onderwijs op 29 juni brengen wij graag mede namens andere betrokken ouders een aantal punten onder uw aandacht die de situatie van passend onderwijs in cluster 1 en 2 betreffen.  Wij hopen dat u deze punten wilt betrekken bij uw inbreng. 

1. Medezeggenschap
Ondanks de toezegging van de staatssecretaris in de 8e Voortgangsrapportage Passend Onderwijs van 7 december 2015 werk te gaan maken van de wettelijke borging van de medezeggenschap (n.a.v. de motie van mevrouw Ypma)  in cluster 1 en 2 in de WMS heeft het ministerie op dit vlak nog geen concrete stappen gezet. Dit dossier loopt inmiddels 3 jaar en nog steeds is er geen zicht op een deugdelijke regeling. Weliswaar hebben de instellingen in cluster 2 een begin gemaakt met medezeggenschap door een advieszetel voor ouders mogelijk te maken, maar dit is nog geen volwaardige medezeggenschap, zoals beoogd in de genoemde motie. In cluster 1 hebben de instellingen tot dusver zelfs geen advieszetel mogelijk willen maken. Wij vragen u daarom dit dossier bij de staatssecretaris onder de aandacht te houden en erop aan te dringen dat het wetgevingstraject voortvarend wordt ingezet. 

2. Doelmatige besteding middelen
Wij maken ons zorgen over de doelmatige besteding van de middelen die cluster 1 en 2 ter beschikking krijgen voor de uitvoering van passend onderwijs. Uit de voortgangsrapportage blijkt dat het aantal leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs daalt. Er is een beperkte stijging te zien in het aantal leerlingen met ondersteuning in het regulier onderwijs. Uit de informatie die ons bereikt, blijkt dat een behoorlijk aantal leerlingen in cluster 2 dat in het regulier onderwijs wordt ondersteund vanaf deze zomer geen arrangement (of een kleiner arrangement) meer krijgt. Er is een substantiële daling van de uitgaven op het ondersteuningsbudget. Deze ontwikkeling verbaast ons omdat het hier gaat om een relatief stabiele groep leerlingen. Dit geldt met name voor de leerlingen met een auditieve of visuele beperking. Het aantal leerlingen met TOS zou gezien de onderzoeken die hiernaar  hebben plaats gevonden, stijgen. Dit is niet terug te zien in het aantal leerlingen dat door de instellingen cluster 2 worden begeleidt. Wij ontvangen regelmatig signalen van ouders die bij voorbaat al een afwijzing van ondersteuning krijgen. Door de trajectbegeleider  of AB-er wordt aangeven dat het aanvragen van een arrangement geen zin heeft ondanks dat een leerling niet communicatief redzaam is. Een beoordeling van de CvO voor toelating en toekenning arrangement wordt zo bij voorbaat al geblokkeerd. Ouders en kind staan dan met lege handen. Het is steeds lastiger om voor een arrangement in aanmerking te komen. De toekenning vindt onvoldoende plaats op basis van de ondersteuningsbehoefte. Testgegevens op onderdelen waarop door kinderen hard is geoefend, zijn leidend. Daarmee worden leerlingen afgestraft op hun vorderingen.
Daar komt bij dat de ondersteuning op de reguliere scholen steeds verder wordt uitgekleed. Voorheen werd de hele ondersteuning van een leerling vanuit de indicatie of rugzak verzorgt. Nu is de realiteit dat de instellingen alleen de cluster specifieke ondersteuning nog bieden met hun eigen mensen. Voor verdere ondersteuning wordt doorverwezen naar de reguliere zorgmiddelen van de school en aanvullende arrangementen van het samenwerkingsverband. In de praktijk is dit niet werkbaar. Een kind is niet op te splitsen in cluster specifieke ondersteuning en algemene ondersteuning. Wij vragen u de staatssecretaris inzicht te verkrijgen in de inzet van de middelen van de instellingen op de reguliere scholen en de daadwerkelijk geboden ondersteuning en te onderzoeken of een integratie van de ondersteuning cluster 1 en 2 niet beter via de samenwerkingsverbanden kan verlopen.   

3. Toegankelijkheid onderwijs dove leerlingen 
Wij juichen het toe dat het internaat in Haren kan blijven. Onze zorg is echter dat er in cluster 2 de toegankelijkheid voor voortgezet onderwijs zo is beperkt dat er alleen nog voor een klein aantal dove kinderen passend onderwijs mogelijk is. Er moet namelijk een behoorlijke indicatie zijn voordat leerlingen toegang hebben tot tweetalig voortgezet onderwijs.  Daarnaast krijgen dove kinderen van nu nauwelijks of geen aanbod in gebarentaal meer, dus kunnen zij de tweetalige lessen niet volgen. Met als gevolg dat er steeds meer kinderen tussen wal en schip vallen. Ze kunnen niet naar het normale VO omdat het onderwijs ontoegankelijk is qua communicatie. Ze verdwijnen naar VSO-scholen waar het qua communicatie ook eigenlijk niet gaat, maar door kleinere klassen en meer aandacht misschien nog hoop is.  Daar komt bij dat de financiering van het verblijfsdeel op het internaat bekostigd wordt uit onderwijsmiddelen die bestemd zijn voor alle leerlingen cluster 2 in het speciaal en regulier onderwijs. Naar onze mening is dit een onterechte besteding van onderwijsgeld en dient verblijf op een andere wijze gefinancierd te worden zoals dat ook bij andere onderwijsvoorzieningen in combinatie met verblijf plaats vindt. Wij vragen u de staatsecretaris te vragen hoe hij wil bewerkstelligen dat leerlingen met een auditieve beperking binnen het reguliere onderwijs kunnen blijven functioneren. 

4. Toename psychische problemen leerlingen in cluster 2 
Het aantal auditief beperkte kinderen en kinderen met TOS dat psychische problemen ervaart, neemt enorm toe: 1 op de 2 op dit moment. De toename is zo stevig dat vanaf april volgend jaar alle cluster 2 kinderen worden gescreend op mogelijke stoornissen. Het leesniveau van deze leerlingen blijft bovendien nog steeds achter op andere kinderen. En door de gaten die er in de taalontwikkeling zijn, ontstaan er ook problemen op vlakken die raakvlakken met de taalontwikkeling, zoals sociaal emotionele ontwikkeling, executieve functies enz. Door verandering in de indicatiestelling vallen deze kinderen nu niet meer onder cluster 2 en zijn ze uit de statistieken verdwenen. Zij gaan niet naar het so en krijgen ook geen ondersteuning in het regulier onderwijs en kunnen dus ondanks de grote problemen die zij ervaren niet op passend onderwijs rekenen. Wij vragen u om deze problematiek bij de staatssecretaris onder de aandacht te brengen en hemt te verzoeken en hierover te rapporteren in de 10e Voortgangsrapportage. 

Mocht u naar aanleiding van dit bericht nog vragen hebben, dan beantwoorden wij die graag. 

Hartelijk dank voor uw aandacht! 

Met vriendelijke groet,

Namens het Oudernetwerk passend onderwijs cluster 1 en 2 en de Oudergroep van dove kinderen,

Marieke Boon (06 31767937)
Coen Helderman (06 10416896) 
Esther van Popta (06 21513571)
Jacqueline van den Heiligenberg (06 55343117)

Het Oudernetwerk wordt inhoudelijk ondersteund door Ouders & Onderwijs.