vrijdag 18 december 2015

Kerstgedachte

"Be the change you wish to see in the world" 

M. Gandi

9 oktober 2014 zijn we begonnen met ons blog en Facebookpagina. Nu zijn we ruim een jaar verder en....

  • we hebben 27 blogs geschreven die allemaal goed zijn gelezen en gedeeld
  • we hebben 266 likes voor onze Facebook pagina
  • we zijn uitgenodigd op een congres in Nederland (ICLSA2015) om te spreken tijdens de opening, over het belang van meetaligheid voor dove & slechthorende kinderen
  • we zijn op bezoek geweest in Londen bij het Deafness Cognition and Language (DCAL) Research Centre om lezingen bij te wonen over dovenonderwijs
  • er is een videoboodschap vertoond op het congres in Turkije bij de World Federation of the Deaf met de boodschap dat elke ouder gebaren kan leren mits ze goede cursussen kunnen volgen
  • we hebben met geld van fonds1818 een gebarencursus laten ontwikkelen voor horende vriendjes en vriendinnetjes van dove kinderen in het reguliere onderwijs project "handenlab"
  • we zijn samen met SignImpact begonnen om goede gebarencursussen voor ouders toegankelijk te maken. Na een pilotfase van 3 jaar gaan begin 2016 weer nieuwe groepen van start
  • we hebben heel veel nieuwe mensen ontmoet, waardoor we nu weten, we staan er niet alleen voor!!!





Wauw we vinden het nogal wat! En dat zonder stichting, federatie, subsidies, donaties, besturen en noem het allemaal maar op. Gewoon ouders met gezinslevens en banen. Gewoon ouders die tijd vrijmaken om zich in te zetten voor de belangen van onze dove & slechthorende kinderen. We willen alle ouders die hieraan hebben meegewerkt heel erg bedanken!!

Ook de mensen die onze berichten lezen en delen via de sociale media: bedankt! Door jullie gaan we samen als een "virus" over de digitale snelweg.

Ook bedanken we alle Dove mensen voor hun input, kritische noten en medewerking. Er is lang genoeg over Doven en over ouders gepraat. Wij praten gewoon MET elkaar en..... kijk wat daarvan komt!

We zien berichten van mensen die roepen dat er actie moet komen. Maar er is al volop actie. Je kan gewoon meedoen. Hoe, wat en waar? Gewoon met je eigen kind. Heb je nog een gaatje vrij tijdens de kerstvakantie: denk dan eens goed na over je eigen situatie met je kind:

  • zit je kind lekker in zijn vel?
  • krijgt je kind de begeleiding waardoor het zich tot het uiterste kan ontplooien?
  • heb je wel alle informatie en documenten, zoals bijvoorbeeld arrangement, ontwikkelingsperspectief en ben je het daar mee eens en bovenal voldoet het aan de leerbehoefte van je kind?
  • hoe zit het met de indicatie?
  • ben je het eens met de indicatie?
  • zou je toch meer gebaren willen leren?
  • hoe is de situatie op school?
  • hoe vind je andere dove en slechthorende kinderen?
  • hoe vind je activiteiten voor je kinderen?
  • zou je graag andere ouders willen leren kennen die ook met het zelfde bijltje moeten hakken?
Je hoeft niet met 'minder' genoegen te nemen. Ook jou kind heeft recht op goed onderwijs en een optimale ontwikkeling net als elk ander kind. Helaas is het niet altijd vanzelfsprekend en krijg je niet altijd wat er nodig is. Soms moet je er enorm voor knokken. Maar je bent niet alleen. Wij zijn er volgend jaar gewoon weer en gaan natuurlijk door. 

Heb je vragen, problemen of juist een heel goed bericht deel het met ons via oudergroepvandovekinderen@gmail.com. Mocht het echt helemaal mis gaan met jouw kind, is er nu ook een nummer wat je kan bellen of whatsappen: 06 55 343 117. Bedenk wel dat wij dit allemaal in onze vrije tijd doen en soms ook even moeten uitzoeken hoe het een en ander geregeld is. Wil je actief meedenken? Bezit je kennis of ervaring die je graag met andere ouders wil delen? Laat het ons dan weten. We hebben verschillen groepen op WhatsApp waar we elkaar op de hoogte houden van ontwikkelingen. Wellicht kan met jouw input een andere ouder enorm geholpen worden. 

Op onze blog staat het kopje "even voorstellen". Daar kan ook jouw naam komen te staan als je samen met ons actief mee wilt denken en werken aan betere toekomst voor onze kinderen. Wellicht dat er volgend jaar nog meer gezichtjes in de kerstboodschap komen te staan. 

maandag 14 december 2015

Van veel tegenwind groei je krom

Brief van een bezorgde moeder over passend onderwijs en een oproep aan de ambulante diensten van rec 2 instellingen.

Wat er nu gebeurt in rec 2 arrangementenland is waar ik al bang voor was. Dit is waarom ik al 6 maanden geleden een bezwaarschrift heb geschreven. En al maanden in gesprek ben met Kentalis over het arrangement van mijn dochter en alle andere dove/ sh kinderen. Dat Kentalis het op een akkoordje zou gooien met individuele, te lastige/ mondige, ouders. Ouders die niet klakkeloos akkoord gaan en die o.a. graag willen weten waarom en wiens keuze het is geweest de budgetten per kind te halveren ten opzichte van vorig jaar, toen ook al flink gekort werd. ( of zoals Kentalis het zegt “we moesten zoveel kinderen aannemen en nu is de verdeelsleutel veranderd en is er per saldo minder over per kind” )*

….hoezo, passend onderwijs, in dit geval is het geld leidend en niet de zorgvraag van het kind, en waarom alle zorg volgend jaar van een rec 2 instelling moet komen, en de reguliere school dus niet meer zijn eigen RT-er kan inschakelen en ook geen geld meer krijgt, of dat je niet meer je eigen keus dove RT-er kan inhuren, en dat ook de tolkvoorziening, nu nog bij het UWV, uiteindelijk zal gaan naar rec 2 instelling Kentalis, kortom nog veel meer macht krijgt dan ze nu al heeft, allemaal vragen die afgedaan worden met “ de belangengroepering zijn gehoord en akkoord. Het ministerie heeft het budget vastgezet en in 2018 wordt er geëvalueerd.

Structureel te weinig zorg geld te besteden hebben, ouders slecht/ niet informeren en een rookgordijn maken door vage antwoorden te geven. Er van uitgaand dat de meeste ouders gerustgesteld kunnen worden door de belofte dat de zorg gewaarborgd en gecontinueerd zal worden. Prachtige zin, waar uiteraard heel veel ouders en scholen zich door laten gerust stellen. Dat dit vervolgens niet onderbouwd wordt door een deugdelijk arrangement waarop een overzicht te zien is van financiën en besteding voor het komend jaar lijkt de meeste ouders en reguliere scholen inderdaad niet te deren. Er wordt dan ook geschermd met betrouwbare partners en belangengroeperingen, OCW, Simea en Foss/ Fodok. Iedereen is akkoord en zeer tevreden met de gang van zaken en er wordt op de valreep ook tussen deze partijen een convenant gesloten met als doel ouders een stem te geven en een en ander te borgen, waardoor alles geregeld lijkt.

Lijkt, want,” bij een conflict met de ouders en de instelling zullen de ouders door Foss/Fodok worden verwezen naar de instelling”…? En, “ er wordt een adviserende zetel gecreëerd voor ouders wiens kind op een reguliere school zit en ambulante begeleiding krijgt vanuit een rec 2 instelling. De MR van de dovenschool van de instelling”? En zo staan er nog wat wassenneuzen in.

Er van uit gaan dat ouders en reguliere scholen akkoord gaan in de veronderstelling dat het nou eenmaal niet anders kan en er van uit gaan dat Kentalis doet wat het kan.
Er van uitgaan is prima, maar soms is het nodig verder te kijken en dan zie je dat dove kinderen bijna niet meer bestaan. Of ze hebben een bijkomende handicap ( soms zelfs veroorzaakt door eenzijdige benadering en schraal aanbod) of ze worden te auditief getest en score onder de orale maat en krijgen een TOS indicatie, terwijl bekend is dat gebarentaal hun eerste taal is.

Ouders die door deze mist heen prikken en hun mond open doen worden nu door Kentalis uiteindelijk geholpen. Je moet wel een volhouder zijn en Kentalis meerdere maanden op de huid zitten. Dan worden er extra financiële middelen gezocht en gevonden. Maar ook dan weer wordt niet duidelijk wie wat betaald en komt het niet op papier. Want de afgesproken zorg bleek inderdaad toch niet uit het halve budget te kunnen worden betaald! Fantastisch natuurlijk dat er dan uiteindelijk de begeleiding plaats kan vinden die nodig is.

Maar waarom incidenteel, en alleen voor kinderen waarbij de ouders zich roeren.
Dat heet het recht van de sterkste, dat is niet het borgen van goed verantwoordelijk onderwijs voor alle dove en SH  kinderen. Het is een heel verontrustende ontwikkeling, waar ik al meerdere malen in eerdere brieven met Kentalis op heb gewezen, nog los van het bezwaarschrift na aanleiding van het arrangement voor mijn dochter.
De structuur van de Ambulante diensten en de visie kunnen wat mij betreft verbeterd worden. ( Later hierover meer)

Kentalis en andere rec 2 instellingen:
Ga vooral naast de ouders en de reguliere school en achter het kind staan. Neem je verantwoordelijkheid en verschuil je niet achter OC&W, meer kinderen in je zorg opnemen dan je kan begeleiden is niet slim en laat je eigen verliezen geen rol spelen in de budgettering van de arrangementen. Dit jaar bijna een halvering, hoe ziet het er volgend jaar uit?
Dove kinderen met CI moeten recht hebben en houden op gebarentaal, visueel onderwijs, informatie over Doofheid en cultuur en contact met andere dove/ sh kinderen en volwassenen. Ze zitten veelal in een reguliere klas en de aanpassingen moeten van 2 kanten komen. Er zal veel meer nagedacht moeten worden over een gelijkwaardigheid voor alle kinderen. Door bv structureel periodieke gebarenles voor de klas/ school geïntegreerd binnen het lesaanbod.

De Ambulante diensten zouden hiervoor, intrinsiek, moeten gaan staan, gezamenlijk met ouders en oprechte belangen organisaties. Met vuur en passie strijden voor onze kinderen om ze een ontspannen jeugd te geven en ze te laten opgroeien tot rijke zelfstandige prachtige mensen. Het gaat veelal niet om geld, het gaat om eerlijke motivatie. Van altijd tegen of zijwind groei je krom en dat doet pijn. Je ziet het ook pas later, dat is het lastige

Arjenne Fakkel

* Afhankelijk van het aantal leerlingen binnen de begeleiding van een rec 2 instelling wordt het besteedbare bedrag per kind vastgesteld. Kentalis heeft het afgelopen jaar veel TOS leerlingen erbij gekregen en zo kan het  zijn dat er dit jaar bij hetzelfde medium arrangement bij Kentalis 1500 euro minder te besteden is per leerling dan bij Auris. Gelijkheid in onderwijs? Passend onderwijs?

Het Doveninternaat wordt opnieuw bedreigd met sluiting

Het is weer zover: het doveninternaat in Haren staat weer onder druk. Weer vindt de overheid dat het dicht moet. Staatssecretaris Dekker heeft aangekondigd dat Kentalis naar andere oplossingen moet zoeken voor de leerlingen die de tweetalige VO school bezoeken en van ver komen. Op dit moment zijn er 35 leerlingen in het internaat.

Staatssecretaris ziet internaat als zorg en niet als onderwijs

Let wel: de staatssecretaris wil niet de school sluiten maar het internaat. Daar zit een verschil in. Dekker heeft aangegeven dat het internaat huisvesting is. Huisvesting valt onder Zorg. Het is geen onderdeel van Onderwijs. Nu gaat er iedere jaar 2 miljoen (Bron: Dagblad van het Noorden Sander van Dam OCW) euro vanuit Onderwijs naar die 35 internaatsleerlingen (bron: Persbericht Kentalis 12-12-2015). Dat betekent €57.142, 86 per kind per jaar. Omdat Kentalis nog geen alternatieven heeft voorbereid heeft Dekker gezegd dat Kentalis nu een jaar de tijd krijgt om dit te regelen. Alternatieven kunnen zijn dat er andere vormen van opvang worden geregeld. Ook is er een idee om speciale Dove clusterklassen elders in het land te ontwikkelen zodat leerlingen niet meer ver hoeven te reizen naar Haren. Zij zouden dan dichterbij huis onderwijs kunnen volgen. Vanaf 2017 gaat de ministerie van OCW de subsidie afbouwen. Ook komt er meer toezicht op de indicatie van leerlingen die naar het internaat in Haren willen.

Internaat & Passend Onderwijs

Om nu meteen te zeggen dat a) deze situatie van het internaat binnen passend onderwijs valt en dat b) de staatssecretaris leerlingen tweetalig onderwijs probeert te ontzeggen vinden wij wat te ver gaan.

We begrijpen goed de betekenis van het internaat voor Doven. Dat zeker. Het is duidelijk meer dan alleen een ‘logeerhuis’ voor leerlingen die in Groningen naar school gaan. Het is het boegbeeld van het Dovenonderwijs. Het is Dovencultuur. Het valt onder het cultureel erfgoed van de Doven. Daar is de afgelopen 225 jaar de geschiedenis geschreven van een culturele minderheid in ons land. Dat moet je niet op deze manier even om zeep helpen omdat het niet binnen de pot van onderwijs valt. Dan moet de staatssecretaris overleggen en gaan uitzoeken binnen welke pot dat dan wel valt. Het voordeel daarvan is dat je ook niet elk jaar deze discussie hoeft te voeren.

Slikken en hard tellen na tweet

Echter toen we gisteren de volgende tweet lazen van Bert Klaas, Regiodirecteur Koninklijke. Kentalis Onderwijs Noord - Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel, moesten we toch even slikken en hard tot 100 tellen:

Bert Klaas ‏@bertklaas Dec 12
Kentalis, Simea en de FODOK trekken gezamenlijk op tegen de plannen van staatssecretaris Dekker.

Geen steun voor ons

Sinds mei 2015 zijn wij ouders in strijd met Kentalis, SIMEA en de FODOK om ervoor te zorgen dat onze dove / sh kinderen, het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. Voor een groep betekent dat tweetalig onderwijs. Exact hetzelfde als de leerlingen op Guyot! Wij willen ook toegang tot tweetaligheid voor onze leerlingen! Alleen….Op de meeste dovenscholen in Nederland is er geen sprake meer van tweetalig onderwijs. Dat heeft twee redenen. Ten eerste hebben de instellingen die tweetaligheid stopgezet. Ten tweede is tweetaligheid door dovenscholen nooit echt uitgevoerd en waargemaakt. Dit is erg kwalijk. Er is in 1998 met alle belangenorganisaties en de overheid een convenant getekend. De doveninstellingen zouden ervoor zorgen dat tweetaligheid ontwikkeld zou worden.. FODOK heeft dit convenant getekend. Kentalis ook.

Omdat tweetalig onderwijs niet aanwezig is op de dovenscholen zijn wij met onze kinderen uitgeweken naar reguliere scholen. We maken gebruik van tolken, rt juffen en Ambulante begeleiding. Helaas allemaal op verschillende reguliere scholen. Dit omdat de instellingen het maar niet voor elkaar krijgen om mediumarrangementen op te zetten voor onze kinderen op reguliere scholen.

Dat ze bijna geen contact meer hebben met dove leeftijdgenootjes neem je op de koop toe en probeer je zoveel mogelijk te compenseren door in de weekenden dovencultuur voor ze op te zoeken. We rijden graag door heel Nederland om allerlei activiteiten te bezoeken. Dat kost wel heel veel energie. Maar we moeten wel. We willen dat onze kinderen contact hebben met andere dove/slechthorende kinderen.

Van 25.634 euro naar veel minder budget

Door de komst van passend onderwijs komt ook deze vorm van tweetalig onderwijs voor dove kinderen enorm in het gedrang. De instellingen geven steeds minder en minder budget. Voorheen was er een budget van €25.634,34 (bron: FODOK gids 2009/2010, http://www.fodok.nl/uploads/tx_pdforder/Met_rugzak_naar_School_01.pdf). In totaal konden daar 345 uur begeleiding van gefinancierd worden in vorm van AB of RT o.i.d. Dat betekent 8 a 9 uur per week (bron: FODOK gids 2009/2010, http://www.fodok.nl/uploads/tx_pdforder/Met_rugzak_naar_School_01.pdf). Tegenwoordig is het budget drastisch verminderd. We zijn van 345 naar 160 uur gegaan. En 160 is nog veel. De meeste ouders krijgen minder of niets dan deze 160 uur. We weten nu dat een reguliere school met een doof/sh kind maximaal €3700,- krijgt. Het Kentalisdeel is onbekend. We hebben het nagevraagd bij de overheid. Het geld dat vanuit de overheid wordt gegeven is niet minder geworden. Kentalis zegt tegen ons als ouders dat het geld over veel meer kinderen verdeeld moeten worden en dat het dan per kind echt minder wordt. Er is zelfs aangegeven dat ze in het rood staan (bron: http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/miljoenenverlies-bij-doveninstituut-kentalis). Begrijpelijk, maar waar is dan de terugkoppeling naar de overheid? Een internaatsleerling wordt met vuur verdedigd. En onze kinderen?

Het mag duidelijk zijn: we moeten het echt met relatief weinig geld doen. Er is een grote mond over het Passend Onderwijs. Maar onze kinderen zitten in dit “Passend Onderwijs”. Iedere dag weer moeten zij topsport leveren.

Het wordt steeds moeilijker om dove kinderen in regulier onderwijs te geven waar ze recht op hebben. De tolken kunnen nog blijven. Maar de ondersteuning in NGT door middel van remedial teaching of Ambulante Begeleiding is bijna niet meer mogelijk. Dovencultuur en NGT lessen komen helemaal niet meer op het lijstje voor. Volgens Kentalis, Simea en de FODOK komt dat allemaal door de komst van het Passend Onderwijs. Nu is de vraag: wat doen zij er als belangenorganisaties hier aan? Het antwoord is: NIKS. Helemaal niks.

Graag steun voor ALLE dove/sh leerlingen

Het gaat hier niet om 35 leerlingen, maar om honderden leerlingen die worden afgesneden van goed tweetalig onderwijs waar ze recht op hebben. We gunnen iedere dove/slechthorende kind het allerbeste! Iedere kind! Zowel in Haren als elders in het land! Dat tweetalig onderwijs moet vanaf het begin een mogelijkheid zijn voor een doof/slechthorend kind. Er moeten geen zorgen zijn over geld. Er moet niet gehoopt worden door ouders dat iemand er iets aan kan doen. Er moet niet uren gepraat worden om te praten. Er moet niet gesmeekt worden of er toch oplossingen zijn. Zoveel ouders willen het goed geregeld hebben. De groep ouders van dove/slechthorende kinderen in het regulier onderwijs is veel groter dan de groep ouders in het dovenonderwijs zoals op Guyot.

Echter, noch Kentalis, noch SIMEA noch de FODOK voelt zich geroepen of gedwongen om bij OCW aan de deur te kloppen. Om te vertellen dat passend onderwijs er op dit moment voor zorgt dat het dove kind gewoon wordt weggemoffeld. Om te vragen of dit opgelost kan worden. Om voorbeelden te laten zien van hardwerkende dove/slechthorende leerlingen die elke dag het maar weer moeten doen met wat ze hebben. In tegenstelling tot deze grote groep kinderen die ook gesteund moeten worden, wordt er wel alles uit de kast gehaald voor een kleinere groep dove/slechthorende kinderen. Waarom het ene wel? En waarom het andere niet?

Wij vragen ons soms steeds vaker af wat voor belangen deze organisaties bij de leerlingen van het doveninternaat hebben. Waarom dit ogenschijnlijk anders is dan bij de rest van de dove/slechthorende kinderen. Wij willen een gelijke behandeling en dus gelijke belangenbehartiging van FODOK, SIMEA, Kentalis en AURIS voor alle dove/slechthorende kinderen zonder onderscheid!

vrijdag 23 oktober 2015

NGT vs NmG


“Kinderen kunnen de wereld niet kiezen waarin ze leven – niet de fysische, maar ook niet de mentale en emotionele. Ze zijn in het begin afhankelijk van wat hun ouders hun aanbieden” 

Oliver Sacks Stemmen zien.

Een van de eerste opmerkingen die Harry Knoors maakte tijdens zijn master class deze maand voor de NIP (Nederlandse instituut van Psychologen): “Een kind hoort weinig tot geen emotie via zijn CI”.

Hoe zit dit nu met informatieoverdracht als die alleen met gesproken taal en CI plaatsvind? Bij de communicatie en de totale ontwikkeling van een kind zijn de onderliggende emoties namelijk van net zo’n groot belang als de woorden en zinnen die je zegt.

De aanmoediging van de heer Knoors om als ouders toch te proberen om ook NGT in de communicatie te gebruiken ontbreekt dan helaas weer. Vooral omdat hij vindt dat maar 50% van de ouders in staat zou zijn om tot een goed gebarenniveau te komen. Uit onderzoek* is echter gebleken dat ouders, na het volgen van de nodige cursussen, prima in staat zijn om een gebarenniveau te bereiken die heel waardevol is voor de taalontwikkeling en de al gehele ontwikkeling van je kind!

En is het echt een probleem dat ouders in het begin nog wat staan te stuntelen? Nee. Linguïst Stokoe heeft veel onderzoek gedaan naar taalverwerving en jonge kinderen. De taalverwerving van dove en horende kinderen verlopen langs dezelfde lijnen, vooral de manier waarop de grammatica zijn intrede doet schijnt identiek te zijn en gebeurt tussen de 21ste en 24ste maand. Ook als de grammatica in begin nog wat gebrekkig is zal het kind toch een grammaticaal correcte gebarentaal ontwikkelen.

Wel is de heer Knoors erg te spreken over SimCom, de zogenaamde simultane communicatie **. Je spreekt Nederlands en je ondersteunt je spraak met gebaren uit de Nederlandse gebarentaal: NmG. Maar ook hier geldt dat er eerst goed geoefend moet worden voor dat je dit onder de knie hebt. Dan blijft de vraag heb je dan wel een vorm van communicatie die alles dekt, informatie overdracht, taalontwikkeling en de emotionele lading? En is NmG wel geschikt als eerste taal voor doofgeboren kinderen die het toch een periode zonder auditieve input moeten doen. Hier is eigenlijk nog niets over bekend. De voorbeelden waar de heer Knoors mee komt gaan over studenten die al een volledige taalontwikkeling achter de rug hebben. Hoe de taalontwikkeling voor deze studenten in de kinderjaren is verlopen wordt niet over gesproken.

Hieronder vind je een artikel uit ‘Van horen zeggen’ over NmG geschreven door Arie Terpstra (Kentalis) en Trude Schermer (Nederlands Gebaren Centrum). Zij hebben in 2006 een artikel geschreven of NmG een nieuw wondermiddel is tegen verschillende taalproblemen? Kan NmG op alle mogelijke manieren worden aangepast? Nee, Nederlands met Gebaren heeft duidelijke beperkingen, zo stellen de auteurs van dit artikel. (klik op de afbeelding om het artikel te kunnen lezen.)











Tot slotte het verhaal van Amerikaanse ouders die eerst kozen voor SEE (Signed Exact Enlish), maar later toch de overstap maakte naar ASL (American Sign Language) uit het boek Stemmen zien van Oliver Sacks. Ze ontdekte dat een visuele taal beter aansloot op de totale ontwikkeling van hun dochter dan de structuurloze gebarenondersteuning van het gesproken Engels.

..Wij hadden het gevoel dat we met SEE onze engelse taal, literatuur en cultuur aan ons kind konden doorgeven. Als horende ouders waren we belast met de taak een nieuwe taal te leren en deze tegelijkertijd aan onze dochter over te brengen. Wij wilden wanhopig dat onze dochter was zoals wij. Na een jaar stapte we over naar pidgin Signed English een mengvorm van gebaren uit de ASL die visueel veel beeldender zijn en de voor ons bekende Engels syntaxis(onze NmG) maar dit levert geen interessante gebarentaal op, dus moesten we onze gedachten herordenen om visuele zinnen te maken. We leerden de meest levendige en spannende aspecten van gebarentaal kennen: idioom, humor, mime, gebaren die gecompliceerde concepten betekenen en gelaatsuitdrukkingen. Zo kwamen we uiteindelijk toch uit bij volledige ASL als taalaanbod aan onze dochter …

*http://www.academia.edu/13617336/Oyserman_J._and_de_Geus_M.D._2015_Teaching_Sign_Language_to_Parents_of_Deaf_Children
** http://www.kentalis.nl/Professionals/Academie/Professionals-vertellen/Instructie-in-gebaren-voor-CI-gebruikers

woensdag 23 september 2015

Heb je problemen met het arrangement cluster 2 schooljaar 2015/2016? Meld je dan nu aan bij de onderwijsconsulenten!!!


Ik heb in juni een mail gestuurd naar de ombudsman n.a.v. het bericht dat wij van Kentalis kregen over de halvering in het aantal begeleidingsuren voor doof functionerende kinderen, die naar een reguliere school gaan. De ombudsman heeft destijds de vraag neergelegd bij de kinderombudsman omdat de gewone ombudsman niets kan doen aan onderwijs. Het advies van de kinderombudsman was toen dat we als ouders met de desbetreffende partijen, Kentalis, Auris, Simea Fodok en Foss in gesprek moesten gaan, maar dat onze vragen als signaal bij de kinderombudsman zou worden neergelegd.

Inmiddels is het september en zijn we kilometers mail, brieven en bezwaarschriften verder maar is er nog steeds geen duidelijkheid over de gang van zaken binnen de cluster 2 instellingen en het halveren van de uren voor doof functionerende kinderen in het reguliere onderwijs. Erger nog er komen nu ook berichten dat bij kinderen met CI of TOS, in het reguliere onderwijs, de begeleiding helemaal is stop gezet. Voor sommige kinderen met CI of TOS, die uit de peuterbehandelgroepen komen en nu naar groep 1 gaan, wordt niet eens meer een indicatie voor begeleiding aangevraagd!

Voor mij toch weer een rede om de kinderombudsman te bellen. Zij hebben mij gezegd om contact op te nemen met de Onderwijsconsulenten in Den Haag. Sinds de invoer van passend onderwijs bemiddelen zij ook tussen ouder, school en cluster 2 instelling. Zij gaan alle klachten verzamelen en proberen te achterhalen wat er nu aan de hand is bij cluster 2 en waarom er zo met de botte bijl in de begeleiding van onze kinderen wordt gehakt momenteel. Als ook de onderwijsconsulent er niet uit komt kan het hele dossier aan de kinderombudsman worden overgedragen.

Dus heb je problemen met het arrangement meld je alsjeblieft aan bij de onderwijsconsultenten in Den Haag. Dit kan middels een formulier op de website : www.onderwijsconsulenten.nl/aanmelden.

woensdag 2 september 2015

Ondervind je problemen bij het aanvragen van tolken, laat van je horen!

Afgelopen week vond ik in het tijdschrift Woord en Gebaar een artikel wat betrekking heeft op de aanvraag van tolken voor CI kinderen in het reguliere onderwijs. Hierin komen ouders, Dovenschap en audiologen aan het woord over dit onderwerp. In de conclusie staat het volgende:

"Als er ooit sprake is van afwijzingen van tolkaanvragen vanwege CI, is het belangrijk om dat direct te signaleren bij Dovenschap of de FODOK"

Zij behartigen de belangen van de kinderen als het gaat om oa een tolk in het reguliere onderwijs. Laat van je horen zodat zij stappen kunnen nemen en het kind krijgt waar het recht op heeft: 100% communicatie!

(klik op de afbeeldingen om ze te vergroten)





vrijdag 31 juli 2015

Presentatie deGeus&Oyserman&Snoddon tijdens het WFD Congres 30 juli 2015

30 juli hebben Mathilde De Geus, Joni Oyserman en Kristin Snoddon tijdens het XVII World Congress of World Federation of the Deaf hun presentatie gegeven naar aanleiding van hun onderzoek over het aanleren van gebarentaal aan horende ouders van dove kinderen. Vaak wordt gezegd dat het voor horende ouders heel lastig is om tot een goed gebarentaal niveau te komen. Uit dit onderzoek blijkt dat dit niet het geval is. Ouders hebben weliswaar een wat langere aanloop nodig en er moet heel wat geoefend worden, maar uiteindelijk na 6 oudermodules stijgt het niveau aanzienlijk. Hierdoor kunnen zij een zeer waardevolle rol spelen in de taalontwikkeling van hun Dove kind.

In 2012 is de onderzoeksgroep van 10 ouders gestart met de pilot van OM 4 t/m OM 6 en in maart 2014 hebben uiteindelijk 8 ouders OM 6 afgerond. De modules zijn ontwikkeld door Doven gebarentaal deskundigen en bevatten naast gebarentaal veel pedagogische elementen zodat je thuis direct met je kind aan de slag kan.

Via deze link kun je een samenvatting zien van het onderzoek en hem downloaden.
Via Twitter is het congres te volgen met de volgende hashtag #WFD2015. Het zijn natuurlijk maar snippertjes maar geeft wel een mooie indruk van wat er allemaal wordt besproken maar vooral dat er een echte Dovenwereld bestaat!

Voor de presentatie op het congres heeft de oudergroep een kort filmpje gemaakt waarin wij aangeven waarom het zo belangrijk is dat wij als ouders in staat moeten worden gesteld om deze cursussen te kunnen volgen. Ik gebaar in NGT en Mathilde vertaalt het voor het congres in International Signs.



Hier volgt de vertaling van het filmpje.

"Wat blijkt nu uit het onderzoek van Joni en Mathilde? Ouders hebben veel oefenuren nodig om tot een goede gebarentaal basis te komen. Momenteel zijn cursussen erg gericht in het omzetten van gesproken Nederlands naar gebaren. Dat is goed voor tolken, maar niet voor ouders. Oudercursussen moet erop gericht zijn om ouders te leren visueel te gaan denken. Dan neemt de gebarentaal vaardigheden enorm toe. De cursussen kunnen gecombineerd worden met Dovencultuur, omgang met Doven mensen en de opvoeding van een Doof kind. Ouders missen goede ondersteuning vanuit de doveninstellingen, daarom moeten de ouders en de Dovengemeenschap gaan samenwerken om deze situatie te veranderen. Tenslotte is mijn Dove dochter ook jullie toekomstperspectief! Dankuwel"

Hieronder nog een paar foto's die tijdens de presentatie zijn gemaakt.












donderdag 16 juli 2015

THE SKY IS THE LIMIT……………?

We hebben een jaar Passend Onderwijs achter de rug. Veel dove en slechthorende kinderen volgen nu onderwijs op reguliere scholen. Eén ding is heel belangrijk in goed Passend Onderwijs: de leerbehoefte van het kind moet centraal staan! Om aan deze leerbehoefte te voldoen moet voor ieder kind het onderwijs zo optimaal mogelijk aangepast worden zodat hij/zij toegang heeft tot waar hij/zij recht op heeft.

De voorzieningen voor doven en slechthorende kinderen zijn tot nu toe goed geregeld. Ten eerste zijn zij beschermd door de Grondwet. De overheid heeft de plicht om de samenleving toegankelijk en gelijkwaardig te maken voor al haar burgers. Ras, sekse, geslacht, taal en cultuur mogen hierbij geen belemmering zijn. Ten tweede zijn de voorzieningen voor het volgen van onderwijs verankerd in de onderwijswetgeving. Door deze verankering kunnen dove/slechthorende kinderen al jaren onderwijstolkuren aanvragen bij het UWV. Het UWV als overheidsinstantie moet deze onderwijstolkuren vanuit het gelijkheidsprincipe toekennen aan ieder doof/slechthorend kind die ervoor kiest om onderwijs te volgen via gebarentaal c.q. een tolk. Het UWV mag geen onderscheid maken in de aanvragen die zij krijgt.

Verbazing
De verbazing is groot als we op 15 juni op de Facebookpagina van de FODOK (Federatie Ouders DOve Kinderen) in het bericht over het zogeheten “ronde tafelgesprek” de volgende regels lezen:

Momenteel zijn de belangenorganisaties  met Siméa en het ministerie van OCW in gesprek over de overheveling van de toekenning van de onderwijstolken naar de CvO’s  van de Cluster-2- instellingen. Uitvoering en bemiddeling zullen elders ondergebracht worden. Dat overleg verloopt vooralsnog naar wens.

Een kleine maand later worden we wederom verrast. En wel tweemaal. Eerst vernemen we dat er achter de schermen een plan ligt bij Kentalis om de Ambulante Begeleiding in de toekomst multidisciplinair te laten werken door AB’ers op te leiden tot communicatieve deskundigen zodat zij ook kunnen tolken voor dove/slechthorende kinderen in regulier onderwijs. Dat zou kostenbesparend werken.

Iets later vernemen we van ouders op Facebook dat hun dove kind eerst door het UWV beoordeeld moet worden of het in aanmerking komt voor het toekennen van tolkuren in het regulier onderwijs. De UWV is inmiddels geweest. Uitkomst is dat er “gestreefd moet worden naar de goedkoopste oplossing”. De mevrouw van het UWV blijft erop “hameren” dat de inzet van solo apparatuur afdoend is. De ouders hebben aangegeven dat de auditieve mogelijkheden van hun kind beperkt is. Zeker in een ruisomgeving zoals een schoolklas. Desondanks is er meegedeeld dat een beoordeling van een verzekeringarts noodzakelijk is, voordat er verder gekeken wordt naar het eventueel toekennen van tolkuren.

Reactie
Waarom zijn wij zo verbaasd?

Met betrekking tot mogelijke overheveling onderwijstolkuren naar Kentalis:

  1. In 2012/2013 is er ook al gesproken over het overhevelen van tolkuren van UWV naar Simea/Cluster2 instellingen. Destijds was het plan om tolken in dienst te nemen bij de instellingen. Dat zou kosten zoals kilometervergoedingen drukken. Echter zouden instellingen dan invloed hebben op de taalkeuze van deze in dienst zijnde (en dus niet onafhankelijk) tolken. Uiteindelijk stuitte dit plan op grote bezwaren en verdween het in de koelkast. Simea beloofde om een ander partij te zoeken om de onderwijstolkuren te beheren in zowel toekenning als bemiddeling/uitvoering. Nu lijkt het alsof het oude plan weer uit de kast wordt gehaald. Dat willen wij niet. Wij willen ook niet dat er met potjes geschoven gaat worden en geld vanuit de onderwijstolkvoorziening bijvoorbeeld gaat naar het “redden” van het internaat in Haren. Het belang van circa 35 kinderen (precieze aantal is niet duidelijk) weegt daarin niet op tegen honderden dove/slechthorende kinderen die allemaal recht hebben op de keuze voor een gebarentaaltolk in het regulier onderwijs. Het geld voor de internaat in Haren moet uit een ander potje komen en moet los van de onderwijstolkvoorziening behandeld worden.
  2. De onderwijstolkuren zijn een overheidsvoorziening en moeten onafhankelijk blijven. De overheid heeft de plicht om dit na te leven. Door de onderwijstolkuren over te hevelen komt deze onafhankelijkheid in het geding. De Cluster 2 instellingen beweren weliswaar dat zij de experts zijn met betrekking tot dove en slechthorende kinderen en mensen. Maar zij zijn niet onafhankelijk. Zij handelen steeds vaker vanuit eigen belangen.
  3. Het is bekend dat sommige Cluster2 instellingen en in het bijzonder Kentalis kampen met grote financiële tekorten (RTL Z, 21 mei 2015). Juist vanwege dit feit moet de overheid zeer zorgvuldig zijn en geen voorzieningen – en dus ook geen middelen- overdragen aan Cluster2 instellingen. Op dit moment zien wij al verschillen in de gelden m.b.t de arrangementen die de cluster2 instellingen beschikbaar moeten stellen aan de reguliere scholen om de ondersteuning te kunnen financieren. Het geldbedrag voor de reguliere scholen die onder Kentalis vallen bedraagt 3700,- euro voor schooljaar 2015/2016 versus de 5200,- euro die Auris afgeeft op basis van hetzelfde arrangement! Hier mag helemaal geen verschil in zitten en zet vraagtekens bij de zorgplicht die de instellingen moeten waarborgen.
  4. We weten dat de Cluster2 instellingen - met name Kentalis- een eigen taalbeleid heeft. Harry Knoors heeft dit taalbeleid uitvoerig beschreven in het blad Van Horen Zeggen (“Herijkt taalbeleid voor dove kinderen”, 2011, nummer 4). Uit dit stuk blijkt dat Kentalis niet onafhankelijk en zeker niet objectief tegenover Nederlandse Gebarentaal staat. Het taalbeleid dat gevoerd wordt vanuit Kentalis zorgt er zeer zeker voor dat er met een gekleurde bril wordt gekeken richting het toekennen van de tolkuren. De CvO’s van Kentalis zullen behoudend optreden hierin. Dit is schadelijk voor dove kinderen die een tolk broodnodig hebben en recht daarop hebben. Aan dit recht mag geen afbreuk worden gedaan. 
  5. Punt 3 zorgt ervoor dat als de toekenning van de tolkuren inderdaad overgeheveld worden naar de Cluster2 instellingen dat dit strijdig is met a) de onafhankelijkheid van de overheidsvoorziening en b) de beginselen van de Grondwet en c) de verankering van vrijheid van keuze mbt gebarentaaltolk in de onderwijswetgeving.
  6. In de CVO’s zitten er geen beroepsmatige deskundigen rondom Nederlandse Gebarentaal zoals gebarentaallinguisten of docenten NGT. Tevens zitten er geen Dove mensen in die precies weten wat een doof/slechthorend kind nodig heeft en mee kunnen denken wat betreft het inzetten van een tolk. Let wel: slechts meedenken. Immers: het blijft een recht om een tolk te krijgen in onderwijssfeer. Wederom aan dit recht mag geen afbreuk gedaan worden.

Met betrekking tot het plan om AB’ers te laten tolken

  1. Tolk Gebarentaal is een beroep met een opleiding van 4 jaar aan de Hogeschool van Utrecht. Een tolk gebarentaal word je niet zomaar. Er is ook een beroepsvereniging (Nederlandse Beroepsvereniging Tolken Gebarentaal oftewel NBTG) en er is een beroepscode. Als er inderdaad een plan ligt om de Ambulante Begeleiders op te leiden tot communicatieve deskundigen die kunnen “tolken” is dat zeer raadselachtig. Waar is dan de status van de Tolk Gebarentaal? Zijn er dan inderdaad geen gecertificeerde tolken gebarentaal meer nodig in onderwijssetting? Zijn er geen 4 jaar gebarentaalvaardigheidsstudie meer nodig om te kunnen tolken? Wat is de mening van NBTG hierin? En de Hogeschool Utrecht? 
  2. De kinderen hebben recht op een opgeleide tolk met hoge kwaliteit van gebarentaalvaardigheid. Een beetje met de handen wapperen of wat ondersteunende gebaren gebruiken kan echt niet meer in deze tijd. Het is 2015. Dove/slechthorende kinderen hebben recht op toegang tot goed, passend onderwijs waar de leerbehoefte centraal staat. 
  3. De Ambulante Begeleiders zijn in dienst van Kentalis en moeten zich profileren naar het beleid van Kentalis. Zij zullen dus de al negatieve attitude ten aanzien van gebarentaal overnemen en implementeren in hun werk. Dat kunnen wij niet toestaan. 
  4. Misschien is het kostenbesparend om multi taskend te werken. Maar ten eerste gaat het hier niet om geld of om het besparen van kosten. En ten tweede kunnen er prima kosten worden bespaard op andere manieren zonder dat dove/slechthorende kinderen hierdoor schade ondervinden.

Met betrekking tot UWV houding rondom tolkuren toekennen bij een doof kind

  1. Waarom komt het UWV bij een kind thuis om te beoordelen of hij/zij wel een tolk nodig heeft? Is het UWV de instantie die dit kan beoordelen? Heeft het UWV kennis van doven en tolken dat zij kan zeggen: geen tolk, wel solo- apparatuur?
  2. Alle dove/slechthorende kinderen zijn gelijk. Gelijk in de vrijheid van keuze om te kiezen voor Gebarentaal. Gelijk in het toegang krijgen tot onderwijs via een gebarentaaltolk. Het UWV kan en mag hierin geen onderscheid maken. Niet via het bepalen van een aantal uren. Niet via het schrappen van een aantal vakken waarvan het UWV vindt dat het kind geen tolk nodig heeft. Niet in het toekennen van minder uren dan het kind onderwijs krijgt per jaar. In de onderwijswetgeving is verankerd dat een doof/slechthorend kind recht heeft op 100% inzet van een gebarentaaltolk. Of is dit recht misschien veranderd? En zijn wij niet geïnformeerd? Wat weet de FODOK hierover? En de projectleider Tolkvoorzieningen?
  3. Waarom wil het UWV streven naar “de goedkoopste oplossing”? Immers: goedkoop is duurkoop. In dit geval is enkel een soloapparatuur niet voldoende. Er is zoveel ruis in een schoolklas dat het kind het onderwijs echt niet zal kunnen volgen via enkel solo-apparatuur. En dat geldt voor de meeste dove/slechthorende kinderen. 
  4. Waarom worden ouders belemmerd in hun keuzevrijheid voor hun dove/slechthorende kind om een tolk Gebarentaal in te zetten? Zij hebben deze keuze al gemaakt. Zij hebben gekozen voor het aanvullen van beperkte auditieve mogelijkheden met de inzet van visuele mogelijkheden zoals een tolk Gebarentaal. Die vrijheid hebben ze. Daarin mogen ze niet beperkt worden.

Rechten
De rechten die een doof/slechthorend kind heeft zijn heel belangrijk. Veel belangrijker dan wij kunnen indenken of invoelen. Een doof of een slechthorend kind heeft veel minder auditieve mogelijkheden dan een horend kind. Een Cochleair Implantaat of een gehoorapparaat kan deze auditieve mogelijkheden weliswaar verbeteren maar dit zal altijd in een beperkte mate zijn. Want laten we nu wel eerlijk zijn: in een schoolklas is het altijd druk. Er is altijd lawaai. Kinderen lopen heen en weer. Er wordt geroepen of geschreeuwd. Of juist zachtjes onderling gefluisterd. Spullen vallen op de grond. Communicatie gaat heel snel over en weer. De leerkracht moet zijn/haar aandacht verdelen over soms 30 kinderen en is de hele dag in de weer. Er zijn omgevingsgeluiden vanuit de gang of van buitenaf bijvoorbeeld het schoolplein.

Dat maakt dat een doof of een slechthorend kind altijd stuit tegen een plafond in zijn/haar inspanningen om exact hetzelfde onderwijs te krijgen als zijn/haar horende klasgenootjes. Er is sprake van ongelijkheid. Er is sprake van een gevoel van achterstand. Bij sommigen is dat iets meer, bij anderen iets minder. Feit is dat ze elke dag weer tegen dit plafond stuiten. Hoe hard een kind ook werkt: dit plafond doemt steeds weer op. Toch gaan ze er iedere dag weer voor. Dove/ slechthorende kinderen bedrijven wat dat betreft topsport. Wij als ouders moeten hierin ondersteunen.

Dove/slechthorende kinderen hebben diverse rechten. Zij moeten ook de mogelijkheid krijgen om hun plafond te kunnen doorbreken, door de beperkte auditieve mogelijkheden aan te vullen met visuele mogelijkheden o.a. door de inzet van een gebarentaaltolk zodat inclusie en participeren in de maatschappij daadwerkelijk mogelijk worden. Hierin mogen dove/slechthorende kinderen niet beperkt worden. Zeer zeker gezien de Rechten van het Kind en het aankomende ratificatie van het VN verdrag.

Immers: alle kinderen zijn gelijk en dienen gelijk behandeld te worden.

Dan geldt ook voor hen: THE SKY IS THE LIMIT!

Oudergroep






donderdag 2 juli 2015

Oudergroep doet dringend verzoek voor concreet onderzoek naar gebarentaal en het Dove kind tijdens de International Conference on Sign Language Acquisition

Na aanleiding van onze videobrieven zijn wij door de organisatoren van  het International Conference on Sign Language Acquisition in Amsterdam uitgenodigd voor een korte presentatie tijdens de opening van het congres afgelopen woensdag. Ook mochten wij nadenken over wat wij graag onderzocht zouden willen hebben als het gaat om onze Dove kinderen. Hierbij de tekst en een fotoimpressie van de presentatie die we daar hebben gehouden. Voor meer informatie over het congres bekijk de website http://icsla2015.nl/home-2/. Ook kan je via Twitter #ICSLA2015 het eea volgen.

Onze presentatie:

Speaker Mathilde de Geus

Parents play an essential role in the lives of Deaf children this role requires them to be Long Life Learners. Knowledge gained through continuous input from professionals and researchers allows for a better family environment. As a professional I have met many parents who have questions about sign language development in deaf children. It is essential that these questions are answered. This conference can provide the awareness that parents need support with these issues. Let me introduce the two awesome mothers of the film and let’s listen what keeps them motivated;

Speaker Jacqueline van den Heiligenberg

Goodmorning
November last year we published a video letter online emphasising the need for bilingual education. The reason we did this was that we feel there is a big gap between what is said over hearing parents of deaf children and what is happening in practice. It is often said hearing parents aren’t able to sign or they don’t feel the need to do so. We think this is not the case. Parents don’t always get the full story from professionals regarding how to raise a deaf child and the important role sign language can play. It is not clear why parents aren’t getting the full picture, but in our opinion raising a deaf child requires the use of sign language and spoken language on an equal basis. We believe this for the following reasons:

  1. Every child is entitled to his own natural language in which he can express himself freely whether it’s spoken or signed;
  2. We encourage the use of new technologies but we must always choose reliability over chance. Sign language has a proven track record;
  3. One must not squander the natural windows of opportunity in a child’s development by focussing on one method;
  4. Good language development always leads to better cognitive skills.

A probable reason why parents aren’t getting the full picture is that in this day and age professionals are focusing on a specific field of expertise thereby narrowing the scope of advice. We would like to call on all professionals to look at the broader picture when it comes to language development in deaf children. Implementing a dual strategy, involving sign languages professionals and vice versa, is a win win situation for all parties concerned ... and especially for the child.

Finally I would like to share something my daughter said to me which I feel illustrates the importance of having your own natural language:
“Mom when you speak to me I can hear words
but when you sign you tell me a story!”

Thank you

Speaker Helga Duifhuis

As parents we are asked what we would like to have researched regarding sign language.We have 5 questions which we feel need to be investigated; central to each question is the position of the deaf child.
  1. Does bilingual language development lead to better language skills and what is the difference to only learning a spoken language?
  2. How does language competence differ between NGT (Dutch Sign Language) and NMG (Dutch with Signing – ie. SimCom)
  3. What effect does signing by hearing parents have on deaf children?
  4. How well can a deaf child understand what the interpreter is signing even if they haven’t learnt or don’t get sign language lessons?
  5. What is the effect of sign language on hearing brothers & sisters, neighbourhood kids and children at school? How does this affect the deaf child itself? 

As parents it’s exciting to stand here before you but more importantly that we are asked to share our ideas with you. We hope that not only for now, but also for the future, that we as parents are not spoken “about” but spoken “with”...and that we can look forward to a real teamwork.







vrijdag 19 juni 2015

Multi-sport dagkamp in de zomervakantie voor dove en slechthorende sportievelingen in Baarn

Ben je dol op sporten? Maar ben je doof of slechthorend, dus is het lastig om met andere kinderen mee te sporten? Dan is er nu een multi-sport dagkamp speciaal voor jou! Ga samen met andere kinderen van jou leeftijd de hele dag lekker sporten of leuke spelletjes doen! ‘S avonds slaap je weer lekker thuis, zodat je er de volgende dag weer helemaal klaar voor bent. Maak leuke nieuwe vriendjes en beleef drie super leuke kampdagen!

Het kamp wordt georganiseerd door Sportivun, de Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond (KNDSB) en de Nederlandse Doven Jongeren (NDJ). De coördinatie gebeurt door gecertificeerde gymdocenten van Sportivun en wordt begeleidt door sportieve dove jongeren.

Het Multi-sport dagkamp vind plaats in de zomervakantie in de Trits in Baarn. De duur van het kamp is 3 dagen en begint iedere dag om 9 uur en is om 5 uur weer afgelopen.

Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond
Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond
De kampen zijn toegankelijk voor kinderen van 7 tot en met 16 jaar en worden in de volgende 3 leeftijdscategorieën opgedeeld 7 t/m 10, 10 t/m 13

en 13 t/m 16 jaar. Schrijf je nu in en beleef een super leuk sportkamp in de zomer van 2015!



vrijdag 12 juni 2015

Let op de cito's zijn weer begonnen

In de "wegwijzer toetsgebruik bij leerlingen met specifieke onderwijsgehoeften" zijn bijlagen 8.1 en 8.2 van toepassingen op dove en slechthorende kinderen. Soms weet niemand wat nu precies de regels zijn. Zeker rondom de DMT zijn er nogal eens wat onduidelijkheden. Deze hoeft bij dooffunctionerende leerlingen niet te worden afgenomen! Verder staat er in bijlage 8.2 over dooffunctionerende kinderen de volgende voetnoot:

Eerste taal voor deze leerlingen is de NGT. Leerlingen spreken niet/nauwelijks verstaanbaar.

Dit hoeft helemaal niet het geval te zijn. Een dooffunctionerende kind heeft tegenwoordig in combinatie met NGT en CI meer mogelijkheden om de Nederland taal als 2de taal aan te leren. Daardoor kan het goed en verstaanbaar leren praten. Maar NGT blijft zijn/haar eerste communicatiemiddel en taal om nieuwe informatie tot zich te nemen!!





Voor de volledige wegwijzer klik hier.

woensdag 10 juni 2015

Antwoord van de FOSS / FODOK op drastische bezuiniging binnen arrangementen cluster 2

Dank dus voor dit belangrijke signaal.
Ik probeer hieronder in het kort een reactie te geven, dit na overleg met collega Arend Verschoor van de FOSS, met wie wij samen optrekken waar het om onderwijs gaat.

Allereerst: wij waren er niet van op de hoogte dat voor de door Cluster 2 begeleide kinderen een dergelijke drastische korting optreedt. Wel weten we dat Kentalis heeft laten weten 2014 met een flink verlies te hebben afgesloten. Inmiddels hebben we signalen dat bij andere Custer 2 instellingen ook kortingen spelen, alleen Auris voert dit nog niet door. Wij zijn hierover van tevoren ook niet op de hoogte gesteld, niet door Siméa en niet door de betreffende aanbieders zelf. We zijn geschokt en boos dat dit is gebeurd, dat hierover met ons als belangenorganisaties geen communicatie heeft plaatsgevonden én dat de communicatie met ouders hierover zo tactloos is geweest. Wat ons betreft is dat alles onacceptabel.
Ik ga er overigens van uit dat je van 284 begeleidingsuren teruggaat naar 160 (in de eerste alinea schijf je 234); dat is ruim 44%, een enorme achteruitgang inderdaad. Hoe Kentalis dat met de uurtarieven verantwoordt, kan ik nu niet nagaan, maar zoals jij het voorrekent, ziet het er zeer bedenkelijk uit.

Het licht+-arrangement is een merkwaardige constructie; sowieso zijn al die benamingen niet heel bruikbaar. Wat telt, is dat een kind krijgt wat het nodig heeft. Overigens kunnen leerlingen een medium arrangement toegekend krijgen, zonder in een medium setting te zitten. Het is nl. het afgelopen jaar nauwelijks mogelijk gebleken om Cluster 2 leerlingen geclusterd op één reguliere school te krijgen. Voor dove kinderen met name geldt dat zij zo verspreid over het land zijn dat dat nauwelijks haalbaar is, maar daarnaast speelt ook dat samenwerkingsverbanden die stap niet graag zetten. Een kind kan dus op basis van haar of zijn onderwijsbehoefte wel een mediumarrangement krijgen en toch in zijn eentje op school zitten.

Dat een aantal uren ongebruikt is en de reguliere school minder en vervolgens geen budget krijgt om je dochter te ondersteunen, is eveneens onthutsend. Ook hier weer is duidelijk de onderwijsbehoefte van de leerling niet het uitgangspunt.

Als reactie op je vragen:

  • Wij zijn dus niet op de hoogte gesteld door de instellingen.
  • De budgetbeperking komt van OCW en de instellingen moeten hun organisatie en de uitvoering van Passend Onderwijs daarop inrichten. In het bericht over de bezuinigingen bij Kentalis staat zwart op wit: "op de kwaliteit van onderwijs en zorg wordt zo min mogelijk ingeboet”. Nou dat klopt dus alvast niet.
  • Over wat er met de winsten van Kentalis uit 2012 en 2013 is gebeurd, kan ik weinig vertellen, wel dat er in 2014 3,4 miljoen verlies was op de divisie Onderwijs.
  • De teldatum van 2011 is door het ministerie van OCW opgelegd en daar is stevig over ge-heen-en-weerd. Eigenlijk als een soort onderhandelingsstrategie om de Cluster 2 expertise apart bekostigd te houden om de Cluster 2 expertise beter te kunnen borgen (maar daar heb je dus weinig aan als je te weinig geld hebt om dat ook op niveau uit te voeren). FODOK en FOSS vinden ook dat we nu ook richting OCW moeten gaan, maar we zijn van mening dat de instellingen van Cluster 2 ook veel hebben uit te leggen. Dat FODOK en FOSS niets van zich hebben laten horen hierover, komt dus doordat wij niet op de hoogte waren gesteld. Inderdaad bestaan wij dankzij ouders en onze informatievoorziening moet dus voor een belangrijk deel ook van die ouders komen. Daarom zijn wij ook blij met deze signalen. De andere kant is dat wij van de instellingen, met wie wij regelmatig om tafel zitten, ook eerlijke informatievoorziening verwachten. We hebben daarom deze week een crisisoverleg geregeld met de Cluster 2 instellingen en Siméa en geven tegelijkertijd signalen af aan de Tweede Kamer, het ministerie en de Onderwijsinspectie. En dat doen wij omdat wij nog steeds de belangen behartigen van onze achterbannen en omdat wij vinden dat die belangen nu met voeten getreden worden.

Waarmee niet gezegd is, dat we dit probleem van tafel hebben, maar wel dat we ermee aan de gang zijn.

Dank in elk geval voor je signaal, we worden graag verder op de hoogte gehouden en we zullen onze achterban ook op de hoogte houden.
Hartelijke groet,

Mariën Hannink
FODOK

zaterdag 6 juni 2015

Arrangementen cluster 2 vanaf schooljaar 2015/2016

Beste mensen van de Fodok en Simea

Op dit moment worden alle ouders die een kind hebben in het regulier onderwijs met een cluster 2 indicatie geïnformeerd over de drastische korting die volgend jaar gaat plaatsvinden in de arrangementen.Voor mij betekent dit dat ik in mijn arrangement licht + (wat hetzelfde is als medium-, maar dan in een andere benaming) van 284 begeleidingsuren terug ga naar 160 uur. De verdeling wordt 80 uur voor school en 80 voor de cluster 2 instelling in mijn geval Kentalis.

School moet die 80 uur ook daadwerkelijk gebruiken voor begeleiding en mag niets meer gebruiken voor overhead. Kentalis daarentegen mag 35% gebruiken voor overhead. De rest (65%) wordt gebruikt voor daadwerkelijke begeleiding.

Echter uit een mail die Kentalis inmiddels heeft gestuurd naar de scholen staat voor die 80 uur een maximaal bedrag van 3700,- euro. Kentalis rekende zelf afgelopen jaar een uurtarief van 68,- euro. Op die basis is het geen 80 uur maar 54 uur!

De meeste doof-functionerende kinderen hebben een licht+ arrangement. Dit betekent dat mijn situatie ook geldt voor de meeste andere ouders met een doof-functionerende kind. Er zitten nauwelijks kinderen in het mediumarrangement wat Kentalis graag verder wil uitbouwen, dat wil zeggen meerdere dove kinderen op 1 school. Van dat arrangement zullen er bijna geen ouders/ kinderen zijn. Daarnaast zijn er ouders/kinderen met een intensief arrangement maar die zitten allemaal in het speciaal onderwijs op dovenscholen. Deze ouders komen niet in aanraking met Ambulante Dienst en hebben geen zorgen over uren. De dovenschool verzorgt het onderwijs en dat is helemaal doorgecalculeerd. Daar heeft een kind de beschikking over verschillende mensen en hulp.

Goed, terug naar de nieuwe situatie. Wat betekent dit nu in mijn geval. Dit jaar werden de 234 uur als volgt verdeeld: 134 ging naar Kentalis en 150 naar school. Van die 150 uur kon de school dit schooljaar 2 uur per week een NGT-vaardige remedial teacher inhuren om mijn dochter 2 uur RT in haar eigen taal te geven zodat ze het op school allemaal kan bijbenen. Dit nam in totaal 114 uur in beslag. De resterende 36 uren zijn door de school gebruikt voor vergaderingen, rapporten schrijven enz.

Kentalis zou ook een stukje begeleiding op zich nemen.  Echter: van de directe begeleidingstijd bleven er 42 uur onbenut. Dit omdat de Ambulante Dienst niet kon komen vanwege tijdgebrek en ook aangaf niet op mijn dochters niveau in NGT te kunnen communiceren. Het geld voor deze uren verdwijnt, zoals Kentalis nu zelf aangeeft, in de grote pot. De uren kunnen niet besteed worden aan mijn dochter.

Aankomend jaar is er nog 80 uur (of eigenlijk 54 uur) over voor de school waar ze de RT juf van kunnen inhuren. Maar er is niet voldoende meer voor 2 uur directe begeleiding per week. Het wordt nu duidelijk minder. Het zal in ieder geval te weinig zijn voor mijn dochter om het reguliere onderwijs nog goed te kunnen blijven volgen. RT vanuit Kentalis kan nog van de uren die ze overhouden van hun 80 uur. Maar ze geven aan dat ze die specifieke begeleiding niet kunnen regelen. Wel kunnen ze bijvoorbeeld komen om het technisch lezen met mijn dochter te oefenen. Een aantal van hun uren, die daarna overblijven, overhevelen naar school doen ze niet.

Mijn RT- juf betalen kan ook niet omdat de 80-80 verdeling strikt is. Dit betekent dat misschien weer een deel ongebruikt uren in de grote pot verdwijnt en wij zelf een deel van de RT uit onze eigen zak moeten gaan betalen.

In het schooljaar 2016/2017 gaan alle 160 uren naar Kentalis. De school krijgt dan geen middelen meer. Er is dan geen mogelijkheid meer om de RT juf in te huren. Of wat dan ook te kunnen doen voor mijn dochter. Kentalis kan de NGT- begeleiding die mijn dochter nodig heeft niet geven. Terug naar een cluster2- school is voor mijn dochter geen optie. Het onderwijsniveau is te laag en de NGT vaardigheden van de leerkrachten zijn onder haar niveau. Mijn dochter functioneert zowel cognitief als sociaal emotioneel prima op school en is hard bezig om haar leeftijdsniveau te benaderen. Met de RT lessen erbij kan ze het onderwijs prima volgen. Dit betekent dat wij vanaf dat schooljaar de kosten voor begeleiding volledig zelf moeten gaan betalen.

Dit is mijn situatie. Echter hoor ik van alle ouders die ik ken, en een cluster 2 kind in het reguliere onderwijs hebben, dezelfde verhalen. Voor kinderen met een SH indicatie met of zonder CI is het nog slechter gesteld. Zij krijgen nog maar een minimaal aantal uren of gaan zelfs al zonder indicatie naar de reguliere school. Hetzelfde geldt voor TOS kinderen.

Mijn vragen zijn:

  • Zijn jullie van deze situatie op de hoogte en wanneer laten jullie van je horen wat hier aan de hand is en wat we als ouders moeten gaan doen om hier tegen in verzet te kunnen komen?
  • Wie heeft bepaald dat binnen cluster 2 het aantal uren zo drastisch moet worden verlaagd en wat ligt daaraan ten grondslag? En waarom gaat het geld van de arrangementen volledig naar cluster 2 waardoor je als school en ouder totaal geen inspraak meer hebt wat daarmee moet gebeuren? Dit is toch geen passend onderwijs meer. Cluster 2 hebben de totale macht nu in handen en doen wat ze willen met het geld dat voor de kinderen is bedoeld.
  • Kentalis geeft aan dat er meer kinderen zijn ingestroomd dan dat ze met de peildatum in 2011 hebben aangegeven en nu dus veel geld te kort komen. Hoe is dit te rijmen met de winsten die ze in 2012 en 2013 hebben gemaakt?
  • Als het teldatum inderdaad een knelpunt was voor het kunnen blijven bieden van kwaliteit in Ambulante Begeleiding/ onderwijs, dan zou de verwachting zijn dat zij als instelling opkomen voor de kinderen en bij de ministerie van Onderwijs aan de bel trekken. Dat zou logisch zijn. En het tonen van een goede attitude. In de trant van: wij kunnen deze kinderen met de huidige middelen niet meer ondersteunen hetgeen ze wel nodig hebben. Waarom is Kentalis niet zelf naar ouders gegaan met een gerichte boodschap? En van jullie als FODOK horen wij geen geluid dat er contact is geweest. Dus dan mag er aangenomen worden dat Kentalis ook niet naar jullie is gekomen. Dat betekent dat Kentalis geheel zelfstandig opereert en met niemand communiceert. En blijkbaar wordt dat door FODOK en anderen geaccepteerd. Ik geef al jaren bij ouders aan dat, als we onze belangen behartigd willen zien omtrent onze kinderen, we ons moeten verenigen en dat de FODOK daar een goed instrument voor kan zijn. Een gesprekspartner die uit naam van de ouders de belangen van de ouders kan behartigen in zaken zoals deze. De FODOK heeft, als dat goed is maar daar twijfelen wij nu dus aan, die doelstelling. Het is de bedoeling dat de FODOK achter, voor en naast de ouders staan. En opkomt voor ouders en hun kinderen. Anders zou er geen FODOK bestaan. De FODOK bestaat dankzij ouders. Maar nu vraagt iedereen zich af waar jullie nu zijn want we horen helemaal niets van jullie kant hier over. Waarom is dat? Waarom is het stil? Waarom informeren en/of discussieren jullie niet met ons als ouders over de drastische wijzigingen in de Ambulante Dienst ondersteuning? Veel ouders hebben het gevoel dat ze alleen staan.
Dan zijn wij ook wel heel nieuwsgierig naar de rol van Simea in dit hele verhaal. Heel verrassend vond ik deze week op de website het document "overdracht reguliere middelen" uit november 2013 waarin heel duidelijk alles staat uitgelegd over hoe alles gaat veranderen met de invoering van passend onderwijs omtrent cluster 2 kinderen die naar reguliere scholen gaan. Het volgende stukje wil ik toch even uitlichten:

Middelen LGF
De middelen LGF gaan met de start van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 naar de instelling cluster 2. Het budget is dan niet meer op basis van werkelijke leerlingaantallen maar gefixeerd op het aantal leerlingen op 1 oktober 2011.
Vanwege de ondersteuningsplicht stelt de overheid dat de cluster 2 instelling verantwoordelijk is voor een kwalitatief goede inzet van deze middelen. Als instelling, maar ook als cluster 2, moet hierover verantwoording worden afgelegd. Vanuit dit perspectief heeft de instelling cluster 2 de plicht om de doelmatigheid van de inzet van deze middelen te borgen. Binnen deze kaders is het mogelijk dat de middelen ook ter beschikking worden gesteld aan de reguliere scholen.


Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat Kentalis nu doet alsof ze pas een maand weten wat deze bovenstaande regeling gaat betekenen voor de arrangementen. Cluster 2 heeft de plicht om de doelmatigheid van de inzet van de middelen te borgen, hoe kan dat nu als, in ons geval, 45% van de middelen wegvallen?

Kentalis is ook heel onduidelijk over hoe je bezwaar kan maken. Volgens mijn eigen Ambulante Begeleider moet ik daarvoor bij een regiodirecteur van Kentalis zijn. Op de website van Simea staat hier ook weer een document over "Overzicht: 'Wat als we het niet eens worden?'" hierin staat het volgende met betrekking tot bezwaar:

Landelijke geschillencommissie passend onderwijs: aan deze commissie kunnen ouders een geschil voorleggen over (weigering tot) toelating van een leerling tot het onderwijs van de instelling, verwijdering van een leerlingen van de school of over het OPP. Voor het OPP geldt dat de school waar de leerling staat ingeschreven verantwoordelijk is. Een geschil over de ondersteuning van de instelling in het reguliere onderwijs heeft samenhang met het OPP en dient te worden ingebracht bij de landelijke geschillencommissie, gericht aan het bevoegd gezag van de reguliere school.
Meer informatie is te vinden op
www.geschillenpassendonderwijs.nl.

Moeten we hier nu onze bezwaren heen gaan sturen?

Ik ga zelf met mijn school een bezwaarprocedure opstarten. Verder heb ik de Ambulante Dienst gezegd dat ik een kat in het nauw ben geworden en dat die rare sprongen kan gaan maken. Ik heb al gehoord dat ouders die hun specifieke situatie publiekelijk maken door Kentalis op het matje geroepen worden omdat ze niet blij zijn met negatief nieuws over zichzelf in het openbaar. Hoe is het mogelijk dat dit allemaal kan?

Wij -ik en vele ouders met mij- willen graag jullie reactie!!!!

Deze mail zal ook als blog verschijnen omdat ik wil dat iedereen de mogelijkheid moet hebben om te lezen wat er allemaal gaande is, dat ze weten dat ze niet alleen staan en hopelijk ook van zich gaan laten horen.

Groet,

Jacqueline van den Heiligenberg

zaterdag 30 mei 2015

Teken niet te snel de herindicatie voor schooljaar 2016

Op dit moment krijgen wij veel berichten van ouders dat zij van de cluster 2 instellingen al een (her)indicatie voor schooljaar 2015/2016 hebben ontvangen. Er wordt vanuit de instellingen druk uitgeoefend om deze indicatie zo snel mogelijk te tekenen. Echter raden wij ouders aan om de tijd te nemen om de indicaties goed door te lezen en te kijken of de uren die zijn toegekend toereikend zijn voor het kind.

In veel gevallen is het aantal uren namelijk een stuk minder geworden. Een voorbeeld: een ouderpaar kreeg een brief waarin stond dat hun kind terug zou gaan naar 60 uur per jaar in plaats van 170 uur. Dit is forse inkrimping van uren. Met goed nadenken kom je er snel achter dat bij 60 uur op jaarbasis er heel weinig overblijft voor daadwerkelijke begeleiding van het kind. Een groot aantal van deze uren zullen eerst worden gebruikt voor administratieve handelingen en overhead.

Het argument dat de uren minder worden komt voort uit het oogpunt dat het kind zoveel mogelijk zelfredzaam moet worden. Op zich is dat prima. Maar niet als een kind juist door een tekort aan begeleiding in de problemen komt. De kinderen staan centraal. Dat mag nooit aan de kant worden geschoven.

Als de indicatie naar uw gevoel niet klopt, raden wij aan zo snel mogelijk bezwaar te maken om vervolgens opnieuw met school en uw AB in gesprek te gaan. Wellicht lukt het dan om de juiste indicatie voor uw kind te krijgen.

Wij vinden de vervroegde (her)indicaties geen goede zaak. Er zijn al voorbeelden van kinderen die vanuit het SO met een tijdelijke AB in het reguliere onderwijs worden geplaatst. U leest het: tijdelijk. De TAB(Tijdelijke Ambulante Begeleiding)heeft als streven om het kind zo snel mogelijk zelfstandig verder te laten gaan zonder begeleiding.

Verder zal vanaf 2016/2017 het gehele geldbedrag van het arrangement naar de cluster 2 instellingen gaan van waaruit u begeleiding krijgt. De reguliere school krijgt geen geld meer vanuit het arrangement. Als de school de afgelopen jaren het geld gebruikte om begeleiding van buiten de instelling aan te kopen, is dat vanaf 2016/2017 niet meer mogelijk omdat de instellingen het geld niet overhevelen naar de scholen.

Dit betekent dat de reguliere scholen zelf geen middelen meer krijgen om het kind te helpen. Dit geld ligt dan bij de cluster 2 instellingen. Zij zullen voortaan het kind helpen. Maar hoe zit het dan met de school, die misschien wel meer werk doen dan de AB die 1x per week of per 2 weken langskomt. Dit wordt een knelpunt. Tijd, extra hulp, andere materialen aanschaffen vanuit school voor het dove kind is dan dus onbetaald! Is daar mankracht en financiële ruimte voor op de reguliere school?

Er zijn al heel wat ouders die klachten hebben lopen tegen de cluster 2 instellingen. Echt zien de instellingen elke klacht als een incident. Ze nemen geen stappen om de eigen handelingen onder de loep te nemen. Omdat de ouders niet zijn georganiseerd in een officiele oudergroep of MR hoeven de instellingen de ouders ook niet als gesprekspartner te behandelen. Kortom: de ouders hebben geen invloed meer ondanks dat hun kind het middelpunt is. Is dit nu passend onderwijs voor cluster 2 kinderen?

woensdag 20 mei 2015

Huh, waarom gaat dat eigenlijk zo?


Soms gaan dingen lange tijd hetzelfde en ineens denk je: huh, waarom gaat dat eigenlijk zo? Of wellicht komt het omdat ik te veel gehoord heb over informatie-misbruik, bijvoorbeeld misbruik van je burgerservice nummer (identiteitsfraude) of je credit card gegevens (ja ja, ik kijk ook wel eens Tros Radar!). Zo let ik tegenwoordig goed op dat mijn bankpas niet uit het zicht raakt bij het pinnen en dat er niet meer zomaar een kopie van mijn paspoort gemaakt wordt. En vooral dit laatste levert wel eens vervelende situatie op in de praktijk, bijvoorbeeld bij hotels.

Ineens bedacht ik: bij het aanvragen van een tolk (rechtstreeks of via tolknet bijvoorbeeld) moet ik een burgerservice nummer doorgeven. Nu hebben tolken een zwijgplicht en ook op de site van tolknet staat dat er privé met de gegevens wordt omgegaan, maar is het echt nodig om het BSN nummer door te geven? Zover ik altijd begrepen heb, is het BSN voor de overheid en de zorg. Ik verwacht niet dat tolk(net) daar thuis hoort. Of vergis ik mij wellicht?

En omdat mijn dochter steeds ouder wordt, wil ik weer graag een themacursus Nederlandse Gebarentaal (NGT) volgen. Voor het volgen van een cursus NGT, kan ik een indicatie aanvragen. Ik heb al eerder een indicatie aangevraagd (en gekregen). Om een indicatie aan te vragen, wordt gevraagd om de volgende gegevens (dan wel daar toestemming voor te verlenen zodat dit kan worden opgevraagd):

  • Algemene naam adres woonplaats gegevens
  • Gegevens huisarts
  • Gegevens zorgverzekeraar
  • Verwijsbrief van de huisarts
  • Kopie legitimatiebewijs
  • Audiologisch gegevens
  • Onderwijskundige gegevens.

Zoals hierboven aangegeven mag voor de zorg het BSN nummer gebruikt worden. En het lijkt me ook logisch dat je bijvoorbeeld een verwijsbrief van de huisarts nodig hebt. Echter voor een indicatie voor een gebarentaal cursus zijn dit wel heel veel gegevens (en ik kan me ook niet herinneren dat er voorheen zoveel informatie nodig was). Ter vergelijk, wanneer je wilt dat je kind naar een logopedist gaat, is een verwijsbrief van de huisarts voldoende. En daarnaast hebben we in het verleden ook al een indicatie aangevraagd/gekregen dus waarom is zoveel informatie nodig?

Al met al interessante materie en wellicht zijn er nog veel meer van dit soort voorbeelden als je er langer over nadenkt. Maar om te beginnen zal ik eerst eens bij deze twee voorbeelden wat dieper in de onderwerpen duiken.

Wordt vervolgd!

zaterdag 9 mei 2015

Voor welke taal kies je als je kind doof geboren wordt?

Bij onze dochter werd al binnen enkele dagen na geboorte zware slechthorendheid geconstateerd. Drie maanden na een uitgebreid onderzoek bij een audiologisch centrum kregen we de officiële brief op de mat. Hierin stond: "Uw dochter heeft een zware auditieve beperking". Op dat moment zei het ons allemaal niet zo veel. Wij waren heel druk met: wat is doofheid, hoe gaan we communiceren, hoe zit het met taalontwikkeling, hoe gaat ze straks lezen, naar welke school moet ze?? Enzovoorts. Dat er in haar hoofdje een hersengebied lag wat nog helemaal niet gestimuleerd werd daar waren wij toen helemaal niet mee bezig. Er werd in rap tempo hoortoestellen aangemeten om haar hoorzenuw te prikkelen. Nadat ze een CI had gekregen met 22 maanden, moest ze worden onderdompeld in gesproken taal om haar spraak-/taalontwikkeling op gang te krijgen.

Het auditief systeem zorgt in de hersens voor de verwerking van geluidsprikkels tot bruikbare informatie (zie voor een uitgebreide uitleg http://www.audiologieboek.nl/htm/hfd6/6-2-2.htm) en het visueel systeem zorgt ervoor dat we begrijpen wat we zien. In de periode tot de 2de verjaardag van onze dochter hebben wij één keer wat gehoord over het auditief systeem van dove en vroegdove kinderen. Dit was tijdens een lezing bij de FODOK. Daar werd verteld dat bij deze kinderen de informatieverwerking en de taalontwikkeling misschien heel anders verloopt dan bij horende kinderen en dat het visueel systeem mogelijk een deel van het auditief systeem overneemt ter compensatie .

Hoe ontstaat een zware auditieve beperking?
Het handboek van de Nederlandse vereniging van audiologie zegt het volgende:
(http://www.audiologieboek.nl/htm/hfd8/8-4-1.htm#niveau2 Revisie: 2014)

De invloed van hoorervaringen op de ontwikkeling van het auditief systeem is het grootst tussen 24 weken post conceptie  en 18 – 28 maanden na de geboorte. Voor ‘basale’ functies is vroege stimulatie essentieel, voor ‘hogere’ functies is er een langer ‘window of opportunity’. Zodra de mogelijkheid voor een bepaalde ontwikkeling er is moet er adequaat (d.w.z. passend bij de ontwikkelingsleeftijd) gestimuleerd worden. Voor ‘hogere’ functies is meer en geschikte stimulatie waardevol, voor ‘basale’ functies is een minimale prikkeling al voldoende.

Wanneer de kritieke periode niet wordt benut zal ook de spraak-/taalontwikkeling, die sterk afhankelijk is van een goede auditieve taalinput in het eerste levensjaar, ernstig bemoeilijkt worden. De normale spraak- en taalontwikkeling wordt vanaf het zesde levensjaar geleidelijk aan afgesloten.

In de eerste zes levensjaren moet de basis worden gelegd voor een goede taalontwikkeling waarbij een goede auditieve taalinput in het eerste levensjaar van het allergrootste belang is. Een horend kind heeft vanaf 24 weken na de bevruchting tot aan de geboorte de juiste stimulatie gehad voor de ontwikkeling van zijn auditief systeem. Vanaf dag 1 na de geboorte kan het geluiden uit zijn omgeving waarnemen en krijgt het de juiste stimulatie om het auditief systeem verder te ontwikkelen. Ook hoort het gesproken taal direct of indirect uit zijn omgeving waardoor taalontwikkeling op gang komt. Doofgeboren kinderen missen de stimulatie van het auditief systeem tot aan de geboorte. Ook na de geboorte is er geen stimulatie tot men ontdekt dat er iets mis is met het gehoor. Als het kind bij horende ouders wordt geboren mist het vanaf dag 1 taalontwikkeling.

Omdat taalontwikkeling ook prima kan met NGT, zijn wij onmiddellijk begonnen met gebaren nadat bekend was dat onze dochter doof was. Na 8 maanden kwamen de eerste gebaren. Toen ze ruim 1 jaar oud was ging ze 2 ochtenden per week naar een tweetalig peutergroep. Voor de 'onderdompeling' in de Nederlandse taal ging ze drie hele dagen naar een horend gastoudergezin waar ze gewoon tussen horende kindertjes meedraaide. Met 3 jaar ging ze naar groep A van de dovenschool. Omdat ze volgens de testen vanuit het CI team goede hoormogelijkheden had (vanaf 25 dB), kwam ze op school in een groepje met als voer- en instructietaal gesproken Nederlands en waar nodig Nmg.

Helaas ging het toen mis. De juf kon niet vloeiend gebaren en vanwege de hoormogelijkheden moest het allemaal zoveel mogelijk in gesproken Nederlands. Als onze dochter wat gebaarde werd ze niet begrepen. Het gesproken Nederlands met of zonder gebarenondersteuning; daar snapte zij weer niks van. Toen gingen alle alarmbellen af op school. Er werden psychologische testen afgenomen. Er werden observaties gedaan. Er kwamen nog meer hoortesten. Resultaat: er werd niets abnormaals gevonden. Omdat haar hoormogelijkheden zo goed waren, was meer NGT geen optie. De conclusie in het logopedisch verslag was dat er sprake was van een “ondefinieerbare taalstoornis”.

Tja.... Inmiddels hadden wij een Dove linguïstische didacticus in de arm genomen om te kijken hoe het nu stond met de taalontwikkeling in gebaren omdat ze ook thuis steeds minder moeite nam om nog te gebaren. Wel merkten wij dat ze NGT beter begreep dan gesproken taal dus wij bleven doorgaan met gebaren. Omdat ze nu weer in contact was met een “native signing” persoon zagen we gelukkig, na een paar weken, dat de gebarenproductie weer op gang kwam. En dat ook de schoolwerkjes die voorgenoemde meenam haar geen enkele moeite koste.

Na de conclusie in het logopedisch verslag van de dovenschool hebben we onze dochter van school gehaald en is ze met tolken naar het reguliere onderwijs gegaan. Gelukkig ging de Dove linguïstische didacticus mee als RT juf om de gaten in informatie, die kunnen ontstaan als er met tolken wordt gewerkt, in te vullen. Immers: tolken zijn geen moedertaalgebaarders. Onze dochter is dat wel. Daarnaast zijn sommige alternatieve leerstrategieen beter voor de leerontwikkeling van dove kinderen. Het is belangrijk om deze aan te bieden ook al zit onze dochter op een reguliere school. Met deze aanpak kon ze uiteindelijk haar inhaalslag maken. Ze draait nu op niveau mee. 

Wat is hier nu aan de hand?
Er waren goede hoormogelijkheden. Maar ons begon op te vallen dat haar spraak-/taalontwikkeling in de gesproken taal niet zo snel ging als alle deskundigen ons hadden verteld. De taalontwikkeling in gebaren ging gestaag door. Thuis had ze via Engelse tvkanalen ook toegang tot kinderprogramma’s waar Engelse gebaren werden gebruikt. Dat ging erin als gesneden koek. Onze conclusie was daarom: hier is geen sprake van een taalstoornis.

CI technisch gezien was alles goed. Haar slakkenhuis was geschikt voor CI, de gehoorzenuw reageerde adequaat na aansluiting en tijdens alle hoortesten deed ze het uitermate goed. Toch bleven,  spraak-/taalontwikkelingstesten in gesproken Nederlands ver beneden niveau. Hoe zat het nu verder met haar auditief systeem? In hoeverre was dat misschien overgenomen door het visuele systeem? En: als het auditief systeem zoveel kritische momenten in ontwikkeling heeft gemist, is dit dan achteraf nog in te halen met een apparaat wat zeker niet de kwaliteit van stimulatie geeft gelijk aan een normaal horend oor? Het blijft een zwarte doos in het hele traject waar weinig over wordt gepraat maar wat wel cruciaal is! Zeker qua taalontwikkeling en qua keuzes die wij daarin maken voor ons doofgeboren kind!

Het CI van onze dochter werd 1 maand voor haar 2de verjaardag geactiveerd. Ze had toen eigenlijk al heel wat kritische ontwikkelmomenten gemist. Momenteel worden de meeste doofgeboren/ vroegdove kinderen dubbelzijdig geïmplanteerd, maar dit is nog steeds na enkele zeer kritische ontwikkelmomenten van het auditief systeem die weer van belang zijn voor een goede taalontwikkeling via gesproken taal.

Vaak wordt gezegd door bijvoorbeeld CI teams, logopedisten enzovoort dat gebaren de gesproken taalontwikkeling in de weg staat.

Maar hoe weten wij nu welke voorkeur de hersens van onze dove kinderen hebben als het gaat om taalontwikkeling? Gaat dit, via het auditieve- of het visuele systeem? Misschien is het een combinatie van de twee of wisselen ze elkaar af? Ook wordt vaak gezegd dat het kind al snel kiest voor gesproken taal. Maar wat is het niveau van gebarentaal wat hem wordt aangeboden? Dat is cruciaal namelijk. Naast taalontwikkeling maakt het kind nog veel meer ontwikkelingen door en wil het aan alle kanten bewust maar ook onbewust informatie tot zich nemen. Als het aanbod in de gebaren  heel beperkt is en hij/zij het grootste gedeelte van zijn/haar informatie uit de gesproken taal moet halen is het misschien logisch dat zijn /haar voorkeur naar gesproken taal zal gaan. Kan je er dan automatisch van uitgaan dat dit leidt tot een optimale taalontwikkeling? Dat is de vraag. Daar komt nog bij dat het kind enorm wordt aangemoedigd en beloond als het praat. Als het gebaart, zeker in het begin zullen wij als horende ouders dat niet eens herkennen, laat staan belonen. Eigenlijk stimuleren wij daarmee niet de taalontwikkeling van ons kind, iets wat wij zo graag willen. Bepaalde kansen blijven daardoor, onbedoeld, liggen.

Daarom moet zeker de eerste 6 jaar (want dan vindt de spraak- en taalontwikkeling in de hersens plaats) beide talen zowel het Nederlands als NGT op gelijkwaardig niveau worden aangeboden!