vrijdag 10 juni 2016

Als je kan hinkelen mag je de krukken weer inleveren



Het einde van het schooljaar nadert. Kinderen op de basisschool zitten nog te zwoegen op de laatste cito toetsen of zijn net klaar. Voor ouders altijd weer spannend. Meestal weet je het natuurlijk wel. Toch is het altijd mooi meegenomen als er een leuke score uit een toets komt. Dat vinden scholen ook. Scholen met hoge citoscores worden toch gezien als scholen die het goed doen. In elke schoolgids staat de uitstroom van een school gepubliceerd. Dit kan voor ouders meewegen in hun keuze van een basisschool voor hun kind.

Voor leerlingen die tijdens hun basisschool bovengemiddeld presteren zijn er steeds meer mogelijkheden. Bijna elke school heeft tegenwoordig wel een zogeheten “plus-klas” of een extra programma om kinderen die het bovengemiddeld doen, extra te stimuleren.

Hoe zit dat nu met onze dove en slechthorende kinderen? Nou, hier gaat het precies omgekeerd. Natuurlijk zitten ook wij als ouders in spanning te wachten hoe dit jaar gaat aflopen. Maar: eigenlijk hopen we maar dat ons kind niet met zijn hoofd boven het maaiveld komt. Dat heeft namelijk consequenties. Dan stopt de begeleiding vanuit de Cluster2. Immers: het gaat toch goed? En als het goed gaat, is de begeleiding niet meer nodig.

Waarom krijgt een doof/slechthorend kind begeleiding op school? Welke gedachte zit erachter? Is dat bijvoorbeeld omdat hij/zij tijdelijk extra ondersteuning nodig heeft? Met het nadruk op ‘tijdelijk’ als woord. Laten we eens een kijkje nemen hoe dat gaat bij dyslectische kinderen.

Bij dyslexie krijgt een kind gemiddeld een jaar intensieve begeleiding. Hiermee kan het leesniveau behoorlijk opgekrikt worden. Hier heeft het kind de rest van zijn leven profijt van. Verder kan met een dyslexieverklaring extra tijd worden toegekend voor een tentamen, of worden er teksten voorgelezen. Geweldig dat deze mogelijkheden bestaan. Deze kinderen kunnen daardoor misschien wel hoger presteren dan als dat ze anders hadden gedaan. Een belangrijk punt bij dyslexie is dat het op elk mogelijk niveau kan voorkomen. Ook op zeer hoog niveau.

We gaan terug naar doof/slechthorend. Helaas wordt door de begeleiding van een doof/slechthorend kind het kind niet meer horend. Helaas is niet het goede woord misschien. In ieder geval is het een feit. Bij een doof/slechthorend kind houdt de begeleiding in dat de hiaten/gaten in de lesstof, ontstaan door het missen van informatie, worden opgevuld.

Je kunt deze begeleiding zien als de lift die noodzakelijk is voor iemand met een rolstoel. Het kunstbeen voor iemand met maar 1 been. Het braille van een blinde. Of de bril van een kind dat wat minder goed kan zien om toch de schoolbord te kunnen lezen.

Nu zullen sommigen het idee hebben: “Ja, maar het kind heeft toch een CI of hoortoestellen en solo apparatuur? Dat is te vergelijken met de bril of de rolstoel.” Het klopt dat kinderen deze hulpmiddelen hebben. Ondanks dit hoort hij/zij nog steeds niet 100% en ook geen 90% of 80%. Als je in ruis 60% haalt, dan is dat al heel wat. Het betekent ook dat je nog steeds 40% mist. Het onderwijs op een reguliere school voor een doof/slechthorend kind is en blijft sowieso altijd onvoldoende toegankelijk. De extra ondersteuning vanuit cluster 2 is nodig om het onderwijs zoveel mogelijk toegankelijk te proberen maken.

Dan zijn er natuurlijk nog de kinderen met een tolk. Hebben de dove/slechthorende kinderen met een tolk de beste oplossing voor alles 100% toegankelijk maken? Nee. Een tolk geeft een vertaling/interpretatie van wat hij/zij op dat moment hoort. Een tolk geeft geen les en legt niks uit. Ook hierdoor zit er altijd ruis op de lijn. Er gaat informatie verloren.

Als het kind dus aan het eind van het jaar een goede citoscore heeft (of zelfs een bovengemiddelde score) betekent dit: iedereen van de begeleiding heeft zijn/haar werk goed gedaan. Met de gehoorapparatuur, de inzet van de leerkracht en de AB of RT ondersteuning is het dus gelukt om het kind op zijn/haar niveau een cito toets te maken. Dove/slechthorende kinderen worden namelijk niet slimmer (!) door begeleiding. Wel krijgen ze net als horende kinderen volledig toegang tot het onderwijs!

Ik zou wel eens willen zien hoe ouders van horende kinderen zouden reageren als ze aan het eind van het jaar te horen krijgen dat hun kinderen het volgende jaar nog maar halve dagen naar school mag komen. Dit omdat hun kind bovengemiddeld presteert!

Als je de begeleiding van een doof/SH kind op basis van een goede prestatie het jaar erop weghaalt betekent dit dat voor het kind het onderwijs minder toegankelijk wordt. De beperkte toegankelijkheid zou als gevolg kunnen hebben dat ook de prestaties van het kind achteruit gaan. Is dat acceptabel voor een doof/SH kind? Hij/zij heeft toch een beperking? Volgens onderwijsdeskundigen 1 van de meest complexe beperkingen. Met welke maten wordt hier eigenlijk gemeten. Waar houdt het op?

Als het kind vervolgens bovengemiddeld blijft presteren, moet hij/zij dan ook op een gegeven moment de solo-apparatuur inleveren? Of krijgt hij/zij bijvoorbeeld nog maar voor een halve dag tolk ondersteuning in de klas?

Hiermee willen wij weer een oproep doen aan SIMEA om toch opnieuw naar de critera te kijken waarop arrangementen en dus begeleiding wordt afgegeven.

Allereerst: wat is een bovengemiddelde score voor een doof/slechthorend kind? Scoor je dan beter dan PRO of VMBO? Of scoor je hoger dan Gymnasium? Wat betekent het woord ‘bovengemiddeld’ in het beoordelen van een doof/slechthorend kind? Hoeveel is genoeg en dus de maat voor alles wat er boven ligt c.q. bovengemiddeld? Wat is dan volgens Cluster2/SIMEA wel acceptabel scoren om begeleiding te blijven krijgen. Begeleiding die puur inhoudt dat onderwijs toegankelijk wordt waardoor het kind kan werken aan zijn/ haar potentieel. En dat potentieel; daar draait het om bij ieder kind. Wij willen graag zien dat kinderen leren volgens hun potentieel. Dat ze onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. Overigens draait de begeleiding niet enkel om het niveau van het kind op te krikken zodat het daar de rest van zijn/haar schoolcarrière profijt van heeft. Elke schooljaar weer moeten er gaten worden opgevuld om ook voor deze kinderen het onderwijs toegankelijk (blijven) te maken.

Bij ondersteuning van DSH kinderen gaat het erom dat het onderwijs voor het kind meer toegankelijk wordt. Als ouder hoop je er vervolgens op dat hij/zij voldoende presteert zodat hij/zij mee kan komen met de horende ‘norm’. Dat hij/zij verder kan en mag gaan met zijn/haar klasgenoten. Als het hierdoor beter of zelfs bovengemiddeld gaat presteren is dat alleen maar mooi meegenomen. Dat komt niet door extra begeleiding maar gewoon omdat het kind eindelijk zijn/haar potentieel kan laten zien.

Moet je dit dan afstraffen door het onderwijs weer minder toegankelijk te maken? NEE! Net als met andere kinderen die bovengemiddelde presteren moet je dat zien, aanmoedigen en het potentieel op een hogere niveau tillen samen met de begeleiding. De begeleiding is de sleutel naar succes.

5 opmerkingen:

  1. Zó mee eens Jacqueline. Waar is SIMEA toch mee bezig, waarom deze absurde criteria, waarom beschermen ze hun doelgroep niet ??

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Goed duidelijk verhaal waar inderdaad opnieuw bekeken worden!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Het is veel erger dan hierboven gesteld: als je 60% hoort mis je niet 40% maar als snel gewoon alles. Met 60% is het al bijna onmogelijk om nog betekenis te geven aan wat je hoort. Verder: prima stuk, schandelijk zoals doven en slechthorenden steeds weer benadeeld worden. Saar Muller, Amsterdam (zelfde reactie als de vorige, typefout in mijn naam hersteld)

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik ben het niet eens met je vergelijking dyslexie. Ook deze kinderen moeten uitvallen willen ze kans maken op iets van begeleiding. Net als bij dove en slechthorende kinderen.

    BeantwoordenVerwijderen