vrijdag 21 april 2017

Brief aan Simea over handreiking C3.1 in de richtlijn "Toelaatbaarheid"

Helaas hebben we nog geen reactie ontvangen op ons blog "Simea kruipt naar haar grenzen met de nieuwe richtlijn "Toelaatbaarheid"". Niet van Simea, maar ook niet uit de hoek van de belangenorganisatie. De tolkenvoorziening is een voorziening die door doven en slechthorenden kan worden ingezet om, in dit geval, volledig toegang te hebben tot onderwijs. Dit is een keuze van de leerling en bij jonge leerlingen van de ouders. De tolk staat los van het arrangement. Of de tolk dus nodig is voor het behalen van de doelen van een OPP is totaal niet relevant. Of de tolk een meerwaarde is voor de school die het kind bezoekt al helemaal niet!

Wij vinden dat we jullie op de hoogte moeten houden over de ontwikkelingen hierover. Dit doen we omdat we de afgelopen tijd veel vragen krijgen van ouders die soms hele rare adviezen krijgen als ze graag een tolk voor hun kind willen inzetten op de reguliere school.

Dit is de brief die we vanmiddag hebben verstuurd naar Simea en alle betrokken partijen:

In maart hebben jullie de nieuwe richtlijn “Toelaatbaarheid” op de website van Siméa gepubliceerd.

Bij deze sturen we een officiële reactie toe vanuit oudergroep ‘Oudergroep van dove kinderen’.

Ons is opgevallen dat deze nieuwe richtlijn een handreiking bevat over tolkvoorziening (C3.1, blz 35 en 36). Onze vraag is hoe deze handreiking tot stand is gekomen? Is er overleg geweest met partners waarmee Siméa samenwerkt? Zijn zij op de hoogte gebracht van de nieuwe richtlijn?

De tolkvoorziening is een voorziening die loopt via het UWV als uitvoeringsorgaan van de overheid. Deze voorziening wordt door de gebruiker persoonlijk aangevraagd als hij / zij daarvoor kiest. Met andere woorden: de keuze van een tolk, is op naam, persoonlijk, een recht dat samenhangt met andere rechten zoals gelijkwaardige toegang. De overheid gaat hierover en is verplicht om voor elke dove/slechthorende burger, zowel jong als oud, te waarborgen. De overheid gaat er ook van uit dat in dit besluit de gebruiker van de tolk zelf die keuze kan maken. Dus wij vragen ons ernstig af op welk grond Siméa, en haar partners, denken dat zij kunnen adviseren, meebepalen, met betrekking tot de tolkvoorziening.

Wij zijn van mening dat de handreiking C3.1 volledig uit de richtlijn gehaald dient te worden.

Naast het feit dat het hier niet thuishoort en de Cluster2 instellingen geen ongevraagde adviezen over de tolkvoorziening kunnen en mogen geven,  schept het op de manier (zoals het hier staat) ook heel veel verwarring.

Bijvoorbeeld:
Bij de toelaatbaarheidsbepaling voor de ondersteuning of het onderwijs gaat de Commissie van Onderzoek (CvO) na of de leerling in de reguliere school gebruik maakt van de tolkvoorziening (zoals dat blijkt uit het handelingsdeel van het OPP) en in hoeverre de inzet van de tolkvoorziening al dan niet besproken is met de ouders en de leerling. (C3.1, blz.35, 2e alinea)
Dit kan helemaal niet. Ouders zorgen voor de tolkvoorziening en zijn altijd op de hoogte van het gebruik ervan. Zij hebben hier heel bewust een keuze voor gemaakt. Het CvO kan en mag daar verder helemaal niets mee.

Nog een voorbeeld (C3.1, blz35, 4e alinea)
De CvO adviseert de reguliere school over de bijdrage die de tolkvoorziening kan leveren ter ondersteuning bij het onderwijsleerproces van de leerling. Hierbij wordt uitgegaan van onderstaande verkregen informatie.

Relevante vragen
De meest relevante vragen die beantwoord moeten worden zijn:
·         is het inzetten van een tolk (NGT, NmG, schrijftolk) voorwaardelijk voor het behalen van de doelen in het OPP en/of de toegankelijkheid van het onderwijs,
·         heeft tolkinzet meerwaarde voor de leerling die regulier onderwijs volgt,
·         heeft de inzet van een tolk meerwaarde voor de school die het kind bezoekt?

De CvO adviseert de reguliere school? De enige in dit geval iets mag en kan zeggen op een passend moment binnen overleg met ouders en de school is de Ambulante Begeleider. Maar dan nog geldt dat de Ambulante Begeleider de keuze van de ouders kan ondersteunen en/of bekrachtigen (dus niet vanuit een adviserend positie!). Immers: dat is ook de bescheiden rol die de Ambulante Begeleiding dient in te nemen: slechts op vraag van ouders en/of school ondersteuning bieden.

De tolk gebarentaal staat als overheidsvoorziening los van de OPP en dus ook los van het arrangement. Wel valt er heel veel te zeggen over toegankelijkheid (en dus ook rechten van het kind) als er een tolk in beeld is. Die toegankelijkheid staat centraal. En daarmee ook het kind!


Wij verwachten binnen afzienbare tijd een reactie tevens een aanpassing van deze richtlijn.

Wij hopen op een reactie. Zo niet zullen we verder stappen ondernemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten