donderdag 16 juli 2015

THE SKY IS THE LIMIT……………?

We hebben een jaar Passend Onderwijs achter de rug. Veel dove en slechthorende kinderen volgen nu onderwijs op reguliere scholen. Eén ding is heel belangrijk in goed Passend Onderwijs: de leerbehoefte van het kind moet centraal staan! Om aan deze leerbehoefte te voldoen moet voor ieder kind het onderwijs zo optimaal mogelijk aangepast worden zodat hij/zij toegang heeft tot waar hij/zij recht op heeft.

De voorzieningen voor doven en slechthorende kinderen zijn tot nu toe goed geregeld. Ten eerste zijn zij beschermd door de Grondwet. De overheid heeft de plicht om de samenleving toegankelijk en gelijkwaardig te maken voor al haar burgers. Ras, sekse, geslacht, taal en cultuur mogen hierbij geen belemmering zijn. Ten tweede zijn de voorzieningen voor het volgen van onderwijs verankerd in de onderwijswetgeving. Door deze verankering kunnen dove/slechthorende kinderen al jaren onderwijstolkuren aanvragen bij het UWV. Het UWV als overheidsinstantie moet deze onderwijstolkuren vanuit het gelijkheidsprincipe toekennen aan ieder doof/slechthorend kind die ervoor kiest om onderwijs te volgen via gebarentaal c.q. een tolk. Het UWV mag geen onderscheid maken in de aanvragen die zij krijgt.

Verbazing
De verbazing is groot als we op 15 juni op de Facebookpagina van de FODOK (Federatie Ouders DOve Kinderen) in het bericht over het zogeheten “ronde tafelgesprek” de volgende regels lezen:

Momenteel zijn de belangenorganisaties  met Siméa en het ministerie van OCW in gesprek over de overheveling van de toekenning van de onderwijstolken naar de CvO’s  van de Cluster-2- instellingen. Uitvoering en bemiddeling zullen elders ondergebracht worden. Dat overleg verloopt vooralsnog naar wens.

Een kleine maand later worden we wederom verrast. En wel tweemaal. Eerst vernemen we dat er achter de schermen een plan ligt bij Kentalis om de Ambulante Begeleiding in de toekomst multidisciplinair te laten werken door AB’ers op te leiden tot communicatieve deskundigen zodat zij ook kunnen tolken voor dove/slechthorende kinderen in regulier onderwijs. Dat zou kostenbesparend werken.

Iets later vernemen we van ouders op Facebook dat hun dove kind eerst door het UWV beoordeeld moet worden of het in aanmerking komt voor het toekennen van tolkuren in het regulier onderwijs. De UWV is inmiddels geweest. Uitkomst is dat er “gestreefd moet worden naar de goedkoopste oplossing”. De mevrouw van het UWV blijft erop “hameren” dat de inzet van solo apparatuur afdoend is. De ouders hebben aangegeven dat de auditieve mogelijkheden van hun kind beperkt is. Zeker in een ruisomgeving zoals een schoolklas. Desondanks is er meegedeeld dat een beoordeling van een verzekeringarts noodzakelijk is, voordat er verder gekeken wordt naar het eventueel toekennen van tolkuren.

Reactie
Waarom zijn wij zo verbaasd?

Met betrekking tot mogelijke overheveling onderwijstolkuren naar Kentalis:

  1. In 2012/2013 is er ook al gesproken over het overhevelen van tolkuren van UWV naar Simea/Cluster2 instellingen. Destijds was het plan om tolken in dienst te nemen bij de instellingen. Dat zou kosten zoals kilometervergoedingen drukken. Echter zouden instellingen dan invloed hebben op de taalkeuze van deze in dienst zijnde (en dus niet onafhankelijk) tolken. Uiteindelijk stuitte dit plan op grote bezwaren en verdween het in de koelkast. Simea beloofde om een ander partij te zoeken om de onderwijstolkuren te beheren in zowel toekenning als bemiddeling/uitvoering. Nu lijkt het alsof het oude plan weer uit de kast wordt gehaald. Dat willen wij niet. Wij willen ook niet dat er met potjes geschoven gaat worden en geld vanuit de onderwijstolkvoorziening bijvoorbeeld gaat naar het “redden” van het internaat in Haren. Het belang van circa 35 kinderen (precieze aantal is niet duidelijk) weegt daarin niet op tegen honderden dove/slechthorende kinderen die allemaal recht hebben op de keuze voor een gebarentaaltolk in het regulier onderwijs. Het geld voor de internaat in Haren moet uit een ander potje komen en moet los van de onderwijstolkvoorziening behandeld worden.
  2. De onderwijstolkuren zijn een overheidsvoorziening en moeten onafhankelijk blijven. De overheid heeft de plicht om dit na te leven. Door de onderwijstolkuren over te hevelen komt deze onafhankelijkheid in het geding. De Cluster 2 instellingen beweren weliswaar dat zij de experts zijn met betrekking tot dove en slechthorende kinderen en mensen. Maar zij zijn niet onafhankelijk. Zij handelen steeds vaker vanuit eigen belangen.
  3. Het is bekend dat sommige Cluster2 instellingen en in het bijzonder Kentalis kampen met grote financiële tekorten (RTL Z, 21 mei 2015). Juist vanwege dit feit moet de overheid zeer zorgvuldig zijn en geen voorzieningen – en dus ook geen middelen- overdragen aan Cluster2 instellingen. Op dit moment zien wij al verschillen in de gelden m.b.t de arrangementen die de cluster2 instellingen beschikbaar moeten stellen aan de reguliere scholen om de ondersteuning te kunnen financieren. Het geldbedrag voor de reguliere scholen die onder Kentalis vallen bedraagt 3700,- euro voor schooljaar 2015/2016 versus de 5200,- euro die Auris afgeeft op basis van hetzelfde arrangement! Hier mag helemaal geen verschil in zitten en zet vraagtekens bij de zorgplicht die de instellingen moeten waarborgen.
  4. We weten dat de Cluster2 instellingen - met name Kentalis- een eigen taalbeleid heeft. Harry Knoors heeft dit taalbeleid uitvoerig beschreven in het blad Van Horen Zeggen (“Herijkt taalbeleid voor dove kinderen”, 2011, nummer 4). Uit dit stuk blijkt dat Kentalis niet onafhankelijk en zeker niet objectief tegenover Nederlandse Gebarentaal staat. Het taalbeleid dat gevoerd wordt vanuit Kentalis zorgt er zeer zeker voor dat er met een gekleurde bril wordt gekeken richting het toekennen van de tolkuren. De CvO’s van Kentalis zullen behoudend optreden hierin. Dit is schadelijk voor dove kinderen die een tolk broodnodig hebben en recht daarop hebben. Aan dit recht mag geen afbreuk worden gedaan. 
  5. Punt 3 zorgt ervoor dat als de toekenning van de tolkuren inderdaad overgeheveld worden naar de Cluster2 instellingen dat dit strijdig is met a) de onafhankelijkheid van de overheidsvoorziening en b) de beginselen van de Grondwet en c) de verankering van vrijheid van keuze mbt gebarentaaltolk in de onderwijswetgeving.
  6. In de CVO’s zitten er geen beroepsmatige deskundigen rondom Nederlandse Gebarentaal zoals gebarentaallinguisten of docenten NGT. Tevens zitten er geen Dove mensen in die precies weten wat een doof/slechthorend kind nodig heeft en mee kunnen denken wat betreft het inzetten van een tolk. Let wel: slechts meedenken. Immers: het blijft een recht om een tolk te krijgen in onderwijssfeer. Wederom aan dit recht mag geen afbreuk gedaan worden.

Met betrekking tot het plan om AB’ers te laten tolken

  1. Tolk Gebarentaal is een beroep met een opleiding van 4 jaar aan de Hogeschool van Utrecht. Een tolk gebarentaal word je niet zomaar. Er is ook een beroepsvereniging (Nederlandse Beroepsvereniging Tolken Gebarentaal oftewel NBTG) en er is een beroepscode. Als er inderdaad een plan ligt om de Ambulante Begeleiders op te leiden tot communicatieve deskundigen die kunnen “tolken” is dat zeer raadselachtig. Waar is dan de status van de Tolk Gebarentaal? Zijn er dan inderdaad geen gecertificeerde tolken gebarentaal meer nodig in onderwijssetting? Zijn er geen 4 jaar gebarentaalvaardigheidsstudie meer nodig om te kunnen tolken? Wat is de mening van NBTG hierin? En de Hogeschool Utrecht? 
  2. De kinderen hebben recht op een opgeleide tolk met hoge kwaliteit van gebarentaalvaardigheid. Een beetje met de handen wapperen of wat ondersteunende gebaren gebruiken kan echt niet meer in deze tijd. Het is 2015. Dove/slechthorende kinderen hebben recht op toegang tot goed, passend onderwijs waar de leerbehoefte centraal staat. 
  3. De Ambulante Begeleiders zijn in dienst van Kentalis en moeten zich profileren naar het beleid van Kentalis. Zij zullen dus de al negatieve attitude ten aanzien van gebarentaal overnemen en implementeren in hun werk. Dat kunnen wij niet toestaan. 
  4. Misschien is het kostenbesparend om multi taskend te werken. Maar ten eerste gaat het hier niet om geld of om het besparen van kosten. En ten tweede kunnen er prima kosten worden bespaard op andere manieren zonder dat dove/slechthorende kinderen hierdoor schade ondervinden.

Met betrekking tot UWV houding rondom tolkuren toekennen bij een doof kind

  1. Waarom komt het UWV bij een kind thuis om te beoordelen of hij/zij wel een tolk nodig heeft? Is het UWV de instantie die dit kan beoordelen? Heeft het UWV kennis van doven en tolken dat zij kan zeggen: geen tolk, wel solo- apparatuur?
  2. Alle dove/slechthorende kinderen zijn gelijk. Gelijk in de vrijheid van keuze om te kiezen voor Gebarentaal. Gelijk in het toegang krijgen tot onderwijs via een gebarentaaltolk. Het UWV kan en mag hierin geen onderscheid maken. Niet via het bepalen van een aantal uren. Niet via het schrappen van een aantal vakken waarvan het UWV vindt dat het kind geen tolk nodig heeft. Niet in het toekennen van minder uren dan het kind onderwijs krijgt per jaar. In de onderwijswetgeving is verankerd dat een doof/slechthorend kind recht heeft op 100% inzet van een gebarentaaltolk. Of is dit recht misschien veranderd? En zijn wij niet geïnformeerd? Wat weet de FODOK hierover? En de projectleider Tolkvoorzieningen?
  3. Waarom wil het UWV streven naar “de goedkoopste oplossing”? Immers: goedkoop is duurkoop. In dit geval is enkel een soloapparatuur niet voldoende. Er is zoveel ruis in een schoolklas dat het kind het onderwijs echt niet zal kunnen volgen via enkel solo-apparatuur. En dat geldt voor de meeste dove/slechthorende kinderen. 
  4. Waarom worden ouders belemmerd in hun keuzevrijheid voor hun dove/slechthorende kind om een tolk Gebarentaal in te zetten? Zij hebben deze keuze al gemaakt. Zij hebben gekozen voor het aanvullen van beperkte auditieve mogelijkheden met de inzet van visuele mogelijkheden zoals een tolk Gebarentaal. Die vrijheid hebben ze. Daarin mogen ze niet beperkt worden.

Rechten
De rechten die een doof/slechthorend kind heeft zijn heel belangrijk. Veel belangrijker dan wij kunnen indenken of invoelen. Een doof of een slechthorend kind heeft veel minder auditieve mogelijkheden dan een horend kind. Een Cochleair Implantaat of een gehoorapparaat kan deze auditieve mogelijkheden weliswaar verbeteren maar dit zal altijd in een beperkte mate zijn. Want laten we nu wel eerlijk zijn: in een schoolklas is het altijd druk. Er is altijd lawaai. Kinderen lopen heen en weer. Er wordt geroepen of geschreeuwd. Of juist zachtjes onderling gefluisterd. Spullen vallen op de grond. Communicatie gaat heel snel over en weer. De leerkracht moet zijn/haar aandacht verdelen over soms 30 kinderen en is de hele dag in de weer. Er zijn omgevingsgeluiden vanuit de gang of van buitenaf bijvoorbeeld het schoolplein.

Dat maakt dat een doof of een slechthorend kind altijd stuit tegen een plafond in zijn/haar inspanningen om exact hetzelfde onderwijs te krijgen als zijn/haar horende klasgenootjes. Er is sprake van ongelijkheid. Er is sprake van een gevoel van achterstand. Bij sommigen is dat iets meer, bij anderen iets minder. Feit is dat ze elke dag weer tegen dit plafond stuiten. Hoe hard een kind ook werkt: dit plafond doemt steeds weer op. Toch gaan ze er iedere dag weer voor. Dove/ slechthorende kinderen bedrijven wat dat betreft topsport. Wij als ouders moeten hierin ondersteunen.

Dove/slechthorende kinderen hebben diverse rechten. Zij moeten ook de mogelijkheid krijgen om hun plafond te kunnen doorbreken, door de beperkte auditieve mogelijkheden aan te vullen met visuele mogelijkheden o.a. door de inzet van een gebarentaaltolk zodat inclusie en participeren in de maatschappij daadwerkelijk mogelijk worden. Hierin mogen dove/slechthorende kinderen niet beperkt worden. Zeer zeker gezien de Rechten van het Kind en het aankomende ratificatie van het VN verdrag.

Immers: alle kinderen zijn gelijk en dienen gelijk behandeld te worden.

Dan geldt ook voor hen: THE SKY IS THE LIMIT!

Oudergroep






5 opmerkingen:

  1. We hebben al communicatieve deskundigen....die noemen we 'tolken'!!
    Mag ik vragen naar de bron van jullie betoog en het plan dat door jullie genoemd wordt?
    Vriendelijke groet, Erika (tolk)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste mensen,

    Voor de goede orde, er is binnen Kentalis geen enkel plan om AB'ers als tolk in te zetten.

    Heleen, namens Kentalis

    BeantwoordenVerwijderen
  3. In de blog The sky is the limit staan aannames en onjuistheden, die onnodig onrust veroorzaken. Daarom hierbij een poging van de FODOK om een en ander te verduidelijken. Onze reactie is over twee berichten verdeeld omdat hij niet in één keer te plaatsen was.

    1. FODOK en Dovenschap zijn, namens het Platform doven, slechthorenden en tos, in gesprek met Siméa en de Cluster-2-instellingen om te komen tot een advies over de onderwijs-tolkvoorziening aan de bestuurders van de Cluster-2-instellingen. Reden: het ministerie van OCW wil deze voorziening onderbrengen bij de onderwijsinstellingen van Cluster 2.
    Wij vinden het belangrijk om ook het perspectief van de leerlingen en de ouders in te brengen. Juist door onze betrokkenheid bij het overleg over de onderwijstolkvoorziening kunnen garanties ingebouwd worden om dove en slechthorende leerlingen te bieden wat ze nodig hebben. Onze insteek tijdens deze gesprekken, die nog niet zijn afgerond, lijkt niet veel te verschillen van die van de blog, nl.:

    • Zowel aan de trajectbegeleiding als aan de CvO’s moet deskundigheid toegevoegd worden op het gebied van de communicatie en daar zijn onze gesprekspartners het mee eens.
    • Alle leerlingen met een auditieve beperking en hun ouders/verzorgers moeten aan het begin van het traject worden voorgelicht over de mogelijkheden van het inzetten van tolken, zowel NGT- en NmG-tolken als schrijftolken.
    • En ook voor dit traject geldt dat er sprake moet zijn van op overeenstemming gericht overleg tussen ouder, leerling en trajectbegeleider. Dat er aan de kwaliteit van dat overleg nog hard gewerkt moet worden, wordt ook door de instellingen erkend. En er wordt nu aan gewerkt, met betrokkenheid van FODOK en FOSS.
    • Dat er met potjes geschoven zou gaan worden om met geld uit de onderwijs-tolkvoorziening het internaat te gaan redden is tot nu toe niet aan de orde geweest, wettelijk gezien hoogst onwaarschijnlijk en ook onwenselijk wat ons betreft. Voor de goede orde: een leerling op het internaat “kost” ongeveer evenveel als een leerling met tolk in het regulier onderwijs.
    • Onafhankelijkheid staat op gespannen voet met expertise, zo hebben we eerder kunnen constateren. Daarnaast is het zo dat veel mensen niet tevreden zijn met de wijze waarop het UWV nu de tolkvoorziening regelt.
    • Ook wij constateren verschillen tussen de vier instellingen ten aanzien van de wijze waarop de budgetten worden ingezet. Wij vinden dat ook niet altijd terecht en wij hebben al eerder bij de instellingen aangegeven dat hiermee maatwerk en individuele onderwijsbehoefte van leerlingen in het geding zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. 2. Het plan dat AB’ers bij wijze van bezuiniging als “communicatieve deskundigen” zouden gaan tolken voor dove leerlingen in het regulier onderwijs is bij ons niet bekend. Uiteraard zouden we dat ook zeer onwenselijk vinden. Kentalis ontkent het bestaan van deze plannen en in de blog ontbreekt een bronvermelding. Vooralsnog kunnen wij daarom alleen concluderen dat dit verhaal onjuist is. En zonder concrete meldingen en praktijkvoorbeelden kunnen wij hierover niet in gesprek gaan met Kentalis. Mocht er meer concrete informatie beschikbaar zijn dan vernemen wij deze graag

    3. De slechte ervaring van de ouder met het UWV is de beste illustratie van het feit dat mensen die er geen verstand van hebben niet over de onderwijstolkvoorziening moeten beslissen. De betreffende ouder kan bezwaar aantekenen, met gebruikmaking van het dossier van de leerling en ondersteuning vanuit de Cluster-2-instelling en de reguliere school. Eventueel kan contact opgenomen worden met het Rechtshulploket van Dovenschap: http://www.dovenschap.nl/rechtshulploket/. Hier werken advocaten die ervaring hebben met het UWV en het onderwijs.

    Om de vele knelpunten rondom de tolkvoorziening voor doven, slechthorenden en doofblinden op te lossen hebben het Platform doven, slechthorenden en tos en de tolkorganisaties in april dit jaar een notitie geschreven met een voorstel om de tolkvoorziening volledig te herzien, ook de tolkvoorziening in het onderwijs. In elk geval zijn wij van mening dat het UWV ongeschikt is als uitvoerder van de tolkvoorziening. Wij pleiten voor een andere organisatie als centraal loket voor alle tolkvoorzieningen. Op ons voorstel is positief gereageerd door de betrokken overheden. De notitie en de laatste ontwikkelingen rondom dit voorstel zijn te lezen en te downloaden op http://www.dovenschap.nl/onderzoek-naar-nieuwe-opzet-tolkvoorziening/.

    Als belangenorganisaties zijn wij in gesprek met zeer uiteenlopende partijen. Deelnemen aan een overleg betekent echter nog geen instemming met de voorgestelde plannen. De FODOK maakt tijdens deze gesprekken gebruik van de input die wij rechtstreeks ontvangen van onze achterbannen, collega-organisaties en andere (ervarings)deskundigen. Voor kritiek, vragen, suggesties en meldingen kan een ieder terecht op info@fodok.nl.

    Mariën Hannink
    FODOK

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.

    BeantwoordenVerwijderen