In november was er een lezing, georganiseerd door de FODOK, over
een onderzoek over (gesproken) taalontwikkeling met een verminderd gehoor. De
lezing werd gegeven door Elke Huysmans.
De verwachting is dat kinderen met een CI een soortgelijke
gesproken taalontwikkeling doormaken. Het onderzoek betrof de (gesproken) taalontwikkeling
bij volwassenen die vanaf zeer jonge leeftijd slechthorend zijn. Het blijkt dat
de onderzochte groep slechthorenden meer fouten maakt met:
- Het gebruik van lidwoorden (de en het)
- Het gebruik van werkwoordvervoegingen (bijvoorbeeld het al dan niet gebruiken van een t in een werkwoord; loop of loopt)
- Het gebruik van andere uitgangen (bijvoorbeeld broer of broers, klein of kleine)
- Het gebruik van het woord ‘er’ (bijvoorbeeld wat is er gebeurd?)
Elke Huysmans gaf aan dat we niet blind moeten staren op de
uitkomst van de taaltesten bij kinderen; ook al zijn de uitkomsten van de
testen best goed, dan zijn er bepaalde taalaspecten die niet uit standaard testen naar voren komen.
Kinderen moeten dan ook niet te vroeg ‘losgelaten’ worden. Bijvoorbeeld wanneer
een kind in groep 3 een goede taalscore heeft, wil dat niet zeggen dat je
gelijk maar moet stoppen met logopedie; je moet blijven monitoren. Met name het
leren van de grammatica is bijzonder kwetsbaar aldus Elke Huysmans.
Oorzaken die genoemd zijn, waarom slechthorenden meer moeite
hebben met de gesproken taal:
- Woorden worden minder makkelijk ‘per ongeluk’ geleerd (impliciet leren).
- Nieuw woord moet vaker gehoord worden voordat een kind het leert.
- Woorden met moeilijke klankcombinaties zijn lastiger te leren.
Als oudergroep van dove kinderen, krijgen wij nog steeds
berichten over instanties/personen die NGT afraden omdat dit negatieve invloed
heeft op de gesproken taalontwikkeling. Dit is inmiddels achterhaald, maar is
nog steeds een hardnekkig misverstand. Dit onderzoek geeft aan dat
slechthorende volwassenen, die geen NGT gebruiken, ook moeite hebben met
gesproken taal. Er is dus geen enkele reden om géén NGT te gebruiken.